Kies een van de volgende manieren om uw instructieboekje online te
raadplegen...
Als u de gebruiksaanwijzing online raadpleegt, hebt u tevens toegang
tot de meest recente informatie. Deze informatie is gemakkelijk te
herkennen aan de paginamarkering die wordt weergegeven met dit
pictogram:
Als de rubriek "MyPeugeot" niet beschikbaar is op de website
van Peugeot voor uw land, kunt u uw instructieboekje op het
volgende internetadres raadplegen:
http://public.servicebox.peugeot.com/ddb/
de taal,
het model van uw auto en de carrosserievariant,
de uitgifteperiode van uw gebruiksaanwijzing die overeenkomt met
de eerste registratiedatum van uw auto.
Selecteer:
Uw instructieboekje is te vinden op de website van Peugeot, in de
rubriek "MyPeugeot".
Scan deze code voor directe toegang tot uw instructieboekje.
Op deze persoonlijke pagina staan adviezen en nuttige informatie
over het onderhoud van uw auto.
Welkom
Symbolen
veiligheidswaarschuwingaanvullende informatieadviezen met betrekking tot de
bescherming van het milieu.
Wij danken u voor uw keuze voor de 308.
Dit boekje behandelt alle beschikbare uitrustingen van dit model.
Uw auto is, afhankelijk van het uitrustingsniveau, de uitvoering
en de specieke kenmerken voor het land waarvoor de auto
bestemd is, slechts van een deel van de in dit boekje vermelde
uitrustingen voorzien.
Aansprakelijkheid voor de gegeven beschrijvingen en illustraties
wordt niet aanvaard. Automobiles PEUGEOT behoudt zich
het recht voor tussentijds wijzigingen aan te brengen in de
door haar gevoerde modellen en de bijbehorende uitrusting en
accessoires, zonder verplicht te zijn dit boekje aan te passen.
Dit instructieboekje maakt onlosmakelijk deel uit van uw auto.
Vergeet niet dit boekje bij doorverkoop van uw auto aan de
nieuwe eigenaar te geven.
Dit instructieboekje is ontwikkeld om u
in de gelegenheid te stellen onder alle
omstandigheden optimaal gebruik te maken
van de mogelijkheden van uw auto.
.
.
Inhoud
308_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Overzicht
Instrumentenpaneel 12
Verklikkerlampjes 13
Meters 28
Kilometerteller en dagteller 35
Boordcomputer 37
Touchscreen 40
Datum en tijd instellen 47
Sleutel met afstandsbediening 50
"Keyless entry and start" met
afstandsbediening 56
"Keyless entry and start" 58
Achterklep 61
Alarm 67
Elektrisch bedienbare ruiten 70
PEUGEOT i-Cockpit 72
Stuurwielverstelling 72
Voorstoelen 73
Achterbank (Berline) 79
Achterbank (SW) 80
Indeling interieur 82
Middenarmsteun vóór 84
Indeling van de bagageruimte (Berline) 87
Indeling van de bagageruimte (SW) 88
Verwarming en ventilatie 91
Handbediende airconditioning 93
Handbediende airconditioning
(Touchscreen) 94
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling (Touchscreen) 95
Ontwasemen - Ontdooien voorruit
en zijruiten 100
Ontwaseming - Ontdooiing achterruit 101
Panoramadak 102
Plafonniers 103
Sfeerverlichting 104
Spiegels 105
Lichtschakelaar 107
Verlichting overdag 110
Automatische verlichting 111
Richtingaanwijzers (knipperlichten) 112
Verlichting zijkant 113
Koplampen in hoogte verstellen 113
Ruitenwisserschakelaar 114
Automatische ruitenwissers 116
Alarmknipperlichten 118
Noodoproep of Pechhulp 119
Claxon 121
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP) 121
Veiligheidsgordels 124
Airbags 127
Vervoer van kinderen 131
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde 134
ISOFIX-bevestigingen en -kinderzitjes 140
Kinderbeveiliging 144
Eco-rijden
Instrumentenpaneel
Toegang tot de auto
Ergonomie en comfort
Verlichting en zicht
Veiligheid
.
Inhoud
308_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Rijadviezen 146
Starten - afzetten van de motor 148
Handbediende parkeerrem 154
Elektrische parkeerrem 155
Hill Start Assist 162
Handgeschakelde 5-versnellingsbak 163
Handgeschakelde 6-versnellingsbak 163
Opschakelindicator 164
Automatische transmissie 165
Driver Sport Pack 169
Stop & Start 170
Snelheden opslaan 173
Snelheidsbegrenzer 174
Snelheidsregelaar 177
Actieve snelheidsregelaar 180
Weergave van de afstand in tijd tot de
voorligger 187
Waarschuwing bij kans op aanrijding,
automatisch noodremsysteem 190
Dodehoekbewaking 195
Parkeerhulp 198
Achteruitrijcamera 200
Park Assist 201
Bandenspanningscontrolesysteem 209
Brandstoftank 213
Tankbeveiliging diesel 214
Sneeuwkettingen 216
Sneeuwscherm 217
Trekken van een aanhanger 218
Eco-mode 219
Accessoires 220
Wisserbladen vervangen 222
Allesdragers monteren 223
Motorkap 225
Benzinemotor 226
Dieselmotor 227
Niveaus controleren 228
Controles 231
AdBlue
®
en SCR-systeem
(BlueHDi-dieselmotor) 233
Gevarendriehoek (opbergen) 238
Bandenreparatieset 239
Reservewiel 246
Een lamp vervangen 252
Zekering vervangen 262
12V-accu 268
Slepen 272
Brandstoftank leeg (diesel) 274
Benzinemotoren 275
Gewichten (benzine) 278
Dieselmotoren 281
Gewichten (diesel) 285
Afmetingen 289
Identicatie 292
RijdenPraktische informatie
Storingen verhelpen
Technische gegevens
DENON-systeem 293
7 inch touchscreen 295
Peugeot Connect Sound 359
Audio en telematica
Index
4
Overzicht
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Exterieur
Ruitenwissers 114-117
Ruitenwisserbladen vervangen 117, 222
Keyless entry and start 56-60, 63-65
Sleutel met afstandsbediening 50-55, 65
Starten 148-154
Elektronisch stabiliteitsprogramma
(ESP) 121-123
Sneeuwkettingen 216
Bandenspanning 245, 251, 292
Bandenspanningscontrolesysteem 209-212
Reservewiel 246-251
- gereedschap
- demonteren/monteren
Noodremsysteem, automatisch 190-194
Verlichting 107-113
Dagrijverlichting (leds) 110
Koplampverstelling 113
Lampen vervangen 252-256
- koplampen
- mistlampen vóór
- zijknipperlichten
Sneeuwscherm 217
Verwarming voorruit en
ruitensproeierkoppen 117
Ruitbediening, blokkering 70-71
Keyless entry and start 56-60
Portieren 50-52, 54
- openen/sluiten
- centrale vergrendeling
- noodbediening
Alarmsysteem 67-69
Brandstoftank, tankbeveiliging 213-215
Panoramadak 102
Fietsendrager, allesdragers 222-223
Accessoires 220-221
Bagageruimte 61-62
- openen/sluiten
- noodbediening
Bandenreparatieset 239-245
Gevarendriehoek 238
Parkeerhulp 198-199
Achteruitrijcamera 200
Trekhaak 147, 218
Slepen 272-273
Park Assist 201-208
Lampen vervangen 257-261
- achterlichten
- derde remlicht
- kentekenplaatverlichting
- mistachterlicht
Buitenspiegels 105, 113
Dodehoekbewaking 195-197
5
.Overzicht
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Interieur
Voorzieningen bagageruimte 87
Gevarendriehoek 238
AdBlue-reservoir 233-237
Veiligheidsgordels 124-126
Voorstoelen 73-78
- handmatige verstelling
- elektrische verstelling
- hoofdsteun
- stoelverwarming
- elektrisch verstelbare lendensteun
- massage
PEUGEOT i-Cockpit 72
Kinderzitjes 131-145
ISOFIX-kinderzitjes 140-144
Mechanisch kinderslot 144
Airbags 127-130
Stuurwiel (verstellen) 72
Voorzieningen interieur 82-85
- matten
- armsteun vóór
- 12V-accessoireaansluiting
- USB-aansluiting/Jack-aansluiting
- 230V-aansluiting
Uitschakeling passagiersairbag 128, 134
Achterzitplaatsen 79
Armsteun achter, skiluik 86
Berline
6
Overzicht
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Voorzieningen bagageruimte 88
Bagageafdekking 89-90
Bagagenet voor hoge belading 90
Gevarendriehoek (opbergen) 238
AdBlue-reservoir 233-237
Veiligheidsgordels 124-126
Voorstoelen 73-78
- handmatige verstelling
- elektrische verstelling
- hoofdsteun
- stoelverwarming
- elektrische verstelling
- massage
PEUGEOT i-Cockpit 72
Kinderzitjes 131-145
ISOFIX-kinderzitjes 140-144
Mechanisch kinderslot 144
Airbags 127-130
Stuurwiel (verstellen) 72
Voorzieningen interieur 82-85
- matten
- armsteun vóór
- 12V-accessoireaansluiting
- USB-aansluiting/Jack-aansluiting
- 230V-aansluiting
Uitschakeling passagiersairbag 128, 134
Achterzitplaatsen 80-81
Armsteun achter, skiluik 86
SW
7
.Overzicht
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Cockpit
Plafonnier 103
Sfeerverlichting, beenruimte 104
Binnenspiegel 106
Peugeot Connect SOS, Peugeot
Connect Assistance 119-120
USB-aansluiting(en)/
Jack-aansluiting 85, 312, 366 / 367
Handgeschakelde vijf-/
zesversnellingsbak 163
Schakelindicator 164
Automatische transmissie 165-168
Dynamische functie 169
Stop & Start-systeem 170-172
Hill Start Assist 162
Zekeringen dashboard 262-265
Handbediende airconditioning 93
Handbediende airconditioning
(Touchscreen) 94-95
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
(Touchscreen) 95-98
Luchtrecirculatie 99
Ontwasemen/ontdooien voor 100
Ontwasemen/ontdooien achterruit 101
Handbediende parkeerrem 154
Elektrische parkeerrem 155-161
Touchscreen 40-46, 295-357
Datum en tijd instellen 47-49
Motorkapontgrendeling 225
Peugeot Connect Sound 359-378
8
Overzicht
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Alarmknipperlichten 118
Vergrendelen/ontgrendelen
vanuit het interieur 66
Verlichting 107-113
Richtingaanwijzers 112
Instrumentenpaneel 12-13
Verklikkerlampjes 13-27
Meters 28-35
Schakelindicator 164
PEUGEOT i-Cockpit 72
Stuurwiel verstellen 72
Claxon 121
Koplampverstelling 113
Opslaan van snelheden 173
Snelheidsbegrenzer 174-176
Snelheidsregelaar 177-179
Actieve snelheidsregelaar 180-186
Ruitenwissers 114-117
Boordcomputer 37-39
Cockpit (vervolg)
Boordcomputer 37, 39
Boordcomputer (Touchscreen) 38, 39
Datum/tijd instellen (Touchscreen) 47
Datum/tijd instellen (displays C, A,
A zonder autoradio) 48-49
Achteruitrijcamera 200
Weergave van de afstand in tijd
tot de voorligger 187-189
Waarschuwing bij kans op
aanrijding 190-194
Automatisch noodremsysteem 193-194
Stop & Start-systeem 170-172
Alarm 67-69
Verwarming voorruit en
ruitensproeierkoppen 117
9
.Overzicht
308_nl_Chap00b_vue-densemble_ed01-2016
Onderhoud - Gegevens
Afmetingen 289-291
Identificatie 292
Brandstoftank leeg (diesel,
handopvoerpomp) 274
Niveaus controleren 228-230
- olie
- remvloeistof
- koelvloeistof
- ruitensproeiervloeistof,
koplampsproeiers
- brandstofadditief (diesel
met roetfilter)
Controle van onderdelen 231-232
- accu
- luchtfilter/interieurfilter
- oliefilter
- roetfilter (diesel)
- remblokken/-schijven
Lampen vervangen 252-261
- voor
- achter
12V-accu 268-271
Spaarfase accu, eco-mode 219
Zekeringen motorruimte 262, 266-267
Motorkapontgrendeling 225
Onder de motorkap (benzine) 226
Onder de motorkap (diesel) 227
Motoren (benzine) 275-277
Motoren (diesel) 281-284
AdBlue 233-237
Gewichten (benzine) 278-280
Gewichten (diesel) 285-288
10
Eco-rijden
308_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak,
rijd dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in
en schakel bij het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar een
hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische transmissie of een
elektronisch gestuurde versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet bruusk of diep in.
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is
opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging
kunnen beperken (blinderingspaneel van het panoramadak,
zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is
bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit zodra deze
niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3-speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO
2
-uitstoot van uw auto verminderen.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk
in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de
CO
2
-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van
ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
De schakelindicator adviseert u de versnelling in te schakelen die
het best geschikt is voor de rijomstandigheden: volg het op het
instrumentenpaneel weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij auto's met een elektronisch gestuurde versnellingsbak of een
automatische transmissie wordt de schakelindicator uitsluitend in de
handmatige stand weergegeven.
11
.Eco-rijden
308_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voorwerpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een
dakkoffer.
Verwijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
- voor een lange rit,
- bij de wisseling van de seizoenen,
- als de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter,
luchtfilter en interieurfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan het
aan uw situatie aangepaste onderhoudsschema van de fabrikant.
Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor: bij een storing in het SCR-
systeem stoot de auto schadelijke stoffen uit. Ga zo spoedig mogelijk
naar het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
de uitstoot van stikstofoxiden terug te brengen tot onder de wettelijke
normen.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo
voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
12
Instrumentenpaneel
Instrumentenpaneel
1. Brandstofniveaumeter.
2.Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
3. Motorolieniveaumeter.
4. Opschakelindicator.
Ingeschakelde versnelling automatische
transmissie.
5.Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
6.Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
A.Dimmer verlichting.
B.Resetten van de dagteller.
Tijdelijk weergegeven informatie:
- onderhoud,
- actieradius brandstofadditief.
7.Onderhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles).
Deze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
8.Dagteller (km of miles).
9.Toerenteller (x 1000 t/min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
10. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Meters en displaysBedieningstoetsen
13
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes
Een aantal verklikkerlampjes kan zowel
permanent gaan branden als gaan
knipperen.
Aan de manier van oplichten in
combinatie met de werkingsfase van
de auto valt af te lezen of er sprake is
van een normale situatie of een storing.
Bij een storing kan het lampje gaan
branden in combinatie met een melding.
Raadpleeg de volgende tabellen voor
meer informatie.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder
in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding.
Verklikkerlampjes kunnen permanent branden
of knipperen.
14
Instrumentenpaneel
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is
ingeschakeld.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichtenpermanent.De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlichtpermanent.De lichtschakelaar staat in de stand
"Dimlicht".
Grootlichtpermanent.Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóórpermanent.De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
15
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Mistachterlichtenpermanent.De mistachterlichten zijn
ingeschakeld.
Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.
Voorgloeien
dieselmotor
permanent.Het contact staat in de 2
e
stand
(contact) of de knop " START/STOP "
is ingedrukt.
Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor
onmiddellijk gestart, op voorwaarde dat:
- het koppelingspedaal is ingetrapt bij een auto met
een handgeschakelde versnellingsbak,
- het rempedaal ingetrapt wordt gehouden bij auto's
met een automatische transmissie.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Parkeerrempermanent.De parkeerrem is aangetrokken of
niet goed vrijgezet.
Het verklikkerlampje gaat uit als u met het rempedaal
ingetrapt de parkeerrem vrijzet.
Als uw auto is voorzien van een elektrische
parkeerrem: houd het rempedaal ingetrapt en druk op
de hendel van de parkeerrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de handbediende parkeerrem en de
elektrische parkeerrem.
16
Instrumentenpaneel
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Automatische
ruitenwissers
permanent.De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen.
De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Passagiersairbagpermanent.De schakelaar in het dashboard aan
passagierszijde staat in de stand
"ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel.
Zet de schakelaar in de stand "OFF" om de
passagiersairbag uit te schakelen.
U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting"
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje airbags brandt).
Stop & Startpermanent.Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
enz.).
Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit.
De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start -systeem.
Dodehoekbewaking
(volgens uitvoering)
permanent.De functie dodehoekbewaking is
geactiveerd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de dodehoekbewaking.
17
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbagvóór aan
passagierszijde
permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde.
De schakelaar op de zijkant van het
dashboard aan passagierszijde staat
in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt).
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit
geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in
de rijrichting".
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR)
permanent.De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling.
Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50 km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC) en in het bijzonder de
CDS/ASR.
18
Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een bijbehorende melding wordt
weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding.
Dit waarschuwingslampje gaat
branden in het geval van een ernstige
storing van de motor, het remsysteem,
de stuurbekrachtiging enz. of een
ernstige elektrische storing.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
19
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Servicebrandt tijdelijk.Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de op het scherm weergegeven melding.
Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te
raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van
minimaal 60 km/h totdat het verklikkerlampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding
en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+permanent, waarbij
de sleutel van de
onderhoudsindicator
eerst knippert en
vervolgens permanent
brandt.
Het interval voor de onderhoudsbeurt
is overschreden.
Uitsluitend bij uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel
mogelijk uitvoeren.
20
Instrumentenpaneel
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Elektrische
parkeerrem
knippert.Het aantrekken van de elektrische
parkeerrem is onderbroken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto op een vlakke, horizontale ondergrond,
schakel een versnelling in (auto met automatische
transmissie: zet de selectiehendel in de stand P), zet
het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Storing
elektrische
parkeerrem
permanent.Storing in de elektrische parkeerrem.Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem de desbetreffende rubriek.
Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem
permanent.De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet.
Bij een storing gaat het branden van
dit verklikkerlampje vergezeld van
een waarschuwingsmelding.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als de parkeerrem niet
meer automatisch wordt aangetrokken of vrijgezet.
De parkeerrem kan handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de elektrische parkeerrem en met
name over het weer inschakelen van de automatische
functies.
21
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)
permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem.
De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)
knippert.De ESP-/ASR-regeling is actief.Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip
hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent.Storing in het ESP-/ASR-systeem.Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Remsysteempermanent.Het remvloeistofniveau is te laag.Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.
Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
22
Instrumentenpaneel
Zelfdiagnose
motor
knippert.Er is een storing in het
motormanagementsysteem.
Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.Er is een storing in de
emissieregeling.
Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Automatisch
noodremsysteem
knippert.Het automatische noodremsysteem
wordt geactiveerd.
Het systeem remt de auto kort af om de snelheid van
de aanrijding met de voorligger te beperken.
permanent,
in combinatie met
een melding en een
geluidssignaal.
Storing in het automatische
noodremsysteem.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.Het automatische noodremsysteem is
uitgeschakeld (via het menu).
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Laag
brandstofniveau
permanent, met de
naald in het rode
gebied.
Als het lampje gaat branden zit er
nog minder dan 6 literbrandstof in
de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 53 liter of 45 liter,
afhankelijk van de uitvoering.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
23
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Laadstroom
accu*
permanent.Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
niet correct gespannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
* Volgens land van bestemming.
Veiligheidsgordel(s)
niet vastgemaakt /
weerlosgemaakt
permanent
of knippert in
combinatie met een
geluidssignaal.
Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Airbagstijdelijk.Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent.Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
24
Instrumentenpaneel
Motoroliedrukpermanent.Er is een storing in de motorsmering.Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bandenspanning
te laag
permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding.
De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
+knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
Service.
Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
25
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Voet op het
rempedaal
permanent.Het rempedaal moet worden
ingetrapt.
Bij de automatische transmissie moet u bij een
draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet
het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Voet op het
koppelingspedaal
permanent.In de STOP-stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt.
Trap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat
de motor gestart kan worden.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Een of meer
portieren
geopend
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel
aangeeft, bij een
snelheid lager dan
10 km/h.
Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft
en een geluidssignaal, bij
een snelheid hoger dan
10 km/h.
Pictogram in het display van
het instrumentenpaneel
StatusOorzaakActies / Opmerkingen
26
Instrumentenpaneel
AdBlue
®
(BlueHDi-
dieselmotor)
permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 600 en
2400 km.
Laat het AdBlue
®
-reservoir snel bijvullen of neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 0 en
600 km.
Laat het AdBlue
®
-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om storingen te voorkomen of neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan.
Het AdBlue
®
-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor te kunnen starten moet u het AdBlue
®
-
reservoir laten bijvullen of contact opnemen met
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het vloeistofreservoir moet worden bijgevuld met
minimaal 3,8 liter AdBlue
®
.
Pictogram in het display van
het instrumentenpaneel
StatusOorzaakActies / Opmerkingen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
®
en hetSCR-systeem.
27
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Pictogram in het
display van het
instrumentenpaneel
StatusOorzaakActies / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)
permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.
Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot
de actieradius.
Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100 km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
storingen te voorkomen.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.
U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.
Neem verplicht contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
28
Instrumentenpaneel
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt
in:
- zone A, is de temperatuur in orde,
- zone B, is de temperatuur te
hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP
gaan branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
Fwacht tot de motor is afgekoeld,
Fdraai de dop iets los om de druk te laten
dalen,
Fverwijder vervolgens de dop,
Fvul bij tot aan het merkteken "MAXI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog verwijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
Deze termijn wordt berekend op basis van
de laatste reset van de onderhoudsindicator
en is afhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
heeft de mate van vervuiling van de motorolie
ook invloed op de berekening (volgens land van
bestemming).
29
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel; de teller geeft de
kilometerstand aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden.
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300 km
overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
wordt deze waarschuwing, zodra het contact
is aangezet, gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5 seconden het volgende
aan:
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5 seconden het volgende
aan :
30
Instrumentenpaneel
Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, afhankelijk van de
kwaliteit van de motorolie (volgens land
van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5 minuten. Het op
0 zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
FDruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
Fzet het contact af,
Fdruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
Fzet het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
Flaat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
31
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Motorolieniveaumeter
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact
het motorolieniveau enkele seconden
weergegeven, gelijktijdig met de
onderhoudsindicator.
Een controle van het olieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een
vlakke, horizontale ondergrond staat
en de motor minstens 30 minuten niet
heeft gedraaid.
Als het motorolieniveau in orde is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Als het motorolieniveau te laag is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Als de motorolieniveaumeter defect is, wordt
een melding op het instrumentenpaneel
weergegeven. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok:
- A = maxi; het olieniveau
mag nooit boven dit niveau
uitkomen,
- B = mini; als het olieniveau
niet boven het niveau B
uitkomt, moet het voor
de motor van uw auto
voorgeschreven type
motorolie worden bijgevuld
via de vulopening.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor de plaats van de peilstok en
het bijvullen van motorolie bij een
auto met een benzinemotor of een
dieselmotor.
Olieniveau correct
Storing motorolieniveaumeter
Te weinig olie
32
Instrumentenpaneel
Actieradiusindicatoren AdBlue
®
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue
®
-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®
-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te
laag AdBlue
®
-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®
-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
FVervolgens " Diagnose ".
Bij een actieradius van meer dan 5000 km is de
waarde minder nauwkeurig.
Als het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actieradius wordt tijdelijk weergegeven.
Afhankelijk van de uitrusting van uw auto kunt u
deze informatie weergeven op het touchscreen.
FSelecteer het menu
" Rijhulpsysteem ".
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300 km weergegeven zolang er geen AdBlue
®
-
vloeistof is bijgevuld.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om AdBlue
®
te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over AdBlue
®
en
het SCR-systeem, en met name over
het bijvullen van de vloeistof.
33
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Actieradius tussen 0 en 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang er geen
AdBlue
®
-vloeistof is bijgevuld.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om AdBlue
®
te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart.
Storing in verband met een te laag
AdBlue
®
-niveau
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®
-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen.
Als u zelf additief bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over AdBlue
®
en het SCR-
systeem, en met name over het bijvullen van de vloeistof.
34
Instrumentenpaneel
Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd".
U hebt de limiet van de geautoriseerde
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat
de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat de storing in het SCR-systeem is
gesignaleerd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem.
Als een storing wordt gesignaleerd
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen
1100 km en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50 km is gereden terwijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan de verklikkerlampjes
SERVICE en zelfdiagnose motor branden
en knippert het verklikkerlampje UREA in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300 km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de
resterende hoeveelheid additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
35
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
FDruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.
KilometertellerDagteller
36
Instrumentenpaneel
Dimmer
dashboardverlichting
Hiermee kunt u de lichtsterkte van de
verlichting van het dashboard en het
"touchscreen" handmatig aanpassen.
Druk terwijl de verlichting brandt op de knop
om de sterkte van de dashboardverlichting,
de verlichting van het touchscreen en de
sfeerverlichting in te stellen. Laat de knop los
zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
FDruk op het menu " Configuratie ".
FStel de lichtsterkte (uitsluitend van de
verlichting van het touchscreen) in door te
drukken op de toetsen "+" of "-".
De dimmer kan alleen worden bediend
als de verlichting van de auto is
ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
Touchscreen
37
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Boordcomputer
Display van het
instrumentenpaneel
Weergave van de informatie
FDruk op de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om
achtereenvolgens de verschillende functies
weer te geven.
- Actuele informatie:
● actieradius,
● actueel brandstofverbruik,
● de teller van het Stop & Start-
systeem.
- Traject "1":
● gemiddelde snelheid,
● gemiddeld brandstofverbruik,
● de afgelegde afstand,
voor het eerste traject.
- Traject "2" :
● gemiddelde snelheid,
● gemiddeld brandstofverbruik,
● de afgelegde afstand,
voor het tweede traject.
Volgens uitvoering
Traject resetten
FDruk zodra het gewenste traject wordt
aangegeven de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar langer dan twee
seconden in.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
38
Instrumentenpaneel
Boordcomputer
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).
Weergave van de informatie op het touchscreen
Permanente weergave:
FSelecteer het menu "Rijhulpsysteem".
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op de hoofdpagina van het menu.
FDruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken.
Tabblad met actuele informatie:
- actieradius,
- huidig brandstofverbruik,
- de teller van het Stop & Start-
systeem.
Traject "1":
- afgelegde afstand,
- gemiddeld brandstofverbruik,
- gemiddelde snelheid,
voor het eerste traject.
Traject "2":
- afgelegde afstand,
- gemiddeld brandstofverbruik,
- gemiddelde snelheid,
voor het tweede traject.
Traject resetten
FDruk, zodra het gewenste traject
wordt weergegeven, op de toets voor
het resetten of op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
De gegevens zijn toegankelijk via het menu "Rijhulpsysteem".
Tijdelijke weergave in een specifiek venster:
FDruk op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven.
Touchscreen
39
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Boordcomputer, enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30 km/h.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend over de laatste verstreken
seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Een teller registreert hoe lang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
40
Instrumentenpaneel
Touchscreen
Het heeft de volgende functies:
- bediening van de verwarming/
airconditioning,
- toegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
- toegang tot de configuratiemenu's van het
audiosysteem en de weergave,
- bediening van het audiosysteem, de
telefoon en weergave van de bijbehorende
informatie.
Uit veiligheidsoverwegingen moet
de bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande
auto uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar
als de auto rijdt.
Algemene werking
Adviezen
Het scherm moet voelbaar worden aangeraakt,
met name bij bewegingen (door lijsten
bladeren, over de kaart scrollen, enz.).
Lichtjes aanraken is niet voldoende.
Als u het scherm met meerdere vingers
aanraakt, worden de commando's niet
uitgevoerd.
Deze technologie werkt bij elke temperatuur en
werkt ook wanneer u handschoenen draagt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
En bovendien, volgens uitvoering:
- de weergave van de
waarschuwingsmeldingen en de grafische
weergave van de parkeerhulp,
- de bediening van het navigatiesysteem en
de internetdiensten en weergave van de
bijbehorende informatie.
Status van de verklikkerlampjes
Bepaalde toetsen zijn voorzien van een
verklikkerlampje dat de status van de
desbetreffende functie aangeeft.
Groen verklikkerlampje: u hebt de
desbetreffende functie geactiveerd.
Oranje verklikkerlampje: u hebt de
desbetreffende functie uitgeschakeld.
41
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Gebruik deze toets om de secundaire
pagina te openen.
Gebruik deze toets om terug te gaan
naar de hoofdpagina.
Gebruik deze toets om toegang te
krijgen tot extra informatie en de
instellingen van bepaalde functies.
Gebruik deze toets om uw keuze te
bevestigen.
Gebruik deze toets om de pagina te
verlaten.
Principes
Gebruik de toetsen aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
Elk menu wordt op één pagina of op twee
pagina's (hoofdpagina en secundaire pagina)
weergegeven.
Als gedurende enkele seconden geen
handelingen op de secundaire pagina
worden uitgevoerd, wordt automatisch
de hoofdpagina weer weergegeven.
Airconditioning.
Hiermee kunnen onder andere de
temperatuur en de aanjagersnelheid
worden ingesteld. Zie de rubrieken
"Verwarming", "Handbediende
airconditioning" en "Automatische
airconditioning".
Menu's van het touchscreen
Rijhulpsystemen.
Hiermee kunnen bepaalde functies
worden geactiveerd, gedeactiveerd
en geconfigureerd.
Telefoon.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Media.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Navigatie.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
is het navigatiesysteem niet
leverbaar, optioneel of standaard.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
Configuratie.
Hiermee kunnen de weergave en het
systeem worden geconfigureerd.
Internetdiensten.
Deze functie is niet leverbaar,
optioneel of standaard.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
1.Instellen van het geluidsvolume/
onderbreken van het geluid.
Zie de rubriek "Audio en telematica".
42
Instrumentenpaneel
Menu "Rijhulpsysteem"
De te configureren functies zijn in de volgende tabel weergegeven.
ToetsDesbetreffende functieAanwijzingen
Inst. snelhedenOpslaan van de snelheden voor de snelheidsbegrenzer en de snelheidsregelaar.
Initialisatie bandensp.
controle
Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
DodehoekdetectieInschakelen van de functie.
Park AssistInschakelen/uitschakelen van de functie.
43
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ToetsDesbetreffende functieAanwijzingen
Configuratie autoToegang tot de te configureren functies.
Selecteer of deselecteer de tabs onder aan het scherm om de gewenste functies weer te geven.
- " Rijhulpsysteem "
- "[Automatisch inschakelen achterruitenwisser bij inschakelen achteruitversnelling]" (activeren
van de functie "automatisch inschakelen van de achterruitenwisser bij het inschakelen van de
achteruitversnelling")
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de ruitenwisserschakelaar.
- "[Waarschuwing kans op aanrijding]" (activeren van de "waarschuwing kans op aanrijding")
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de "waarschuwing kans op
aanrijding" en het automatische noodremsysteem.
- "[ Verlichting ]"
- "[Follow me home-verlichting]" (automatische follow me home-verlichting),
- "[Instapverlichting]" (instapverlichting aan de buitenzijde),
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de lichtschakelaar.
- "[Sfeerverlichting]".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de sfeerverlichting.
- " Toegang auto "
- "[Indrukken afstandsbediening bestuurder]" (selectieve ontgrendeling van het
bestuurdersportier).
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de sleutel met afstandsbediening
of het Keyless entry and start -systeem.
- "[Ontgrendeling achterklep]" (selectieve ontgrendeling van de achterklep).
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de achterklep.
DiagnoseOverzicht van de actieve waarschuwingen.
ParkeerhulpInschakelen/uitschakelen van de functie.
Actieve snelheidsregelaarSelectie van de normale snelheidsregelaar of de actieve snelheidsregelaar.
De desbetreffende keuze wordt alleen doorgevoerd als de rolknop van de bediening aan de
stuurkolom in de stand "CRUISE" staat.
44
Instrumentenpaneel
Status van de functies die in- en
uitgeschakeld kunnen worden
Storingsmelding
In geval van een storing van een functie gaat
het verklikkerlampje van de toets voor in- of
uitschakelen enkele ogenblikken branden.
Er verschijnt een pictogram rechts van het
pictogram van de toets en vervolgens gaat, bij
functies die standaard zijn ingeschakeld, het
oranje verklikkerlampje permanent branden.
Steeds als de toets opnieuw wordt ingedrukt,
gaat het verklikkerlampje enkele ogenblikken
knipperen.
Voorbeeld:Voor bepaalde functies is er een speciale toets
waaraan een verklikkerlampje is gekoppeld.
Als de functie is in- of uitgeschakeld, afwijkend
van de standaardinstelling (af fabriek), gaat dit
verklikkerlampje branden.
Groen verklikkerlampje: u hebt de
desbetreffende functie ingeschakeld.
Oranje verklikkerlampje: u hebt de
desbetreffende functie uitgeschakeld.
● Functie niet ingeschakeld.
● Waarschuwing voor een storing.
vervolgens
45
1
Instrumentenpaneel
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
De via dit menu toegankelijke functies zijn in de volgende tabel weergegeven.
Menu "Conguratie"
ToetsDesbetreffende functieAanwijzingen
Audio- instellingenInstellen van het geluidsvolume, de balans enz.
Thema'sKeuze van het grafische thema.
Interactieve hulpToegang tot het interactieve instructieboekje.
Scherm uit
Helderheid instellen
46
Instrumentenpaneel
ToetsDesbetreffende functieAanwijzingen
SysteeminstellingKeuze van de eenheden:
- temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
- afstand en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Tijd/datumInstellen van datum en tijd.
TalenKeuze van de op het scherm weergegeven taal: Frans, Engels, Italiaans, Spaans, Duits,
Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.
Art des Missbrauchs:
Forenregeln
Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:
Lesen Sie zuerst die Anleitung;
Schauen Sie nach, ob die Frage bereits gestellt wurde;
Stellen Sie die Frage so deutlich wie nur einigermaßen möglich;
Erwähnen Sie was Sie bereits versucht haben um das Problem zu lösen;
Ist Ihr Problem von einem Besucher gelöst dann lassen Sie ihn / sie wissen in diesem Forum;
Falls Sie reagieren möchten, so verwenden Sie bitte das Antworten- Formular;
Da ihre Frage für alle Besucher sichtbar ist, sollten Sie lieber keine persönliche Daten erwähnen.
Neu registrieren
Registrieren auf E - Mails für Peugeot 308 - 2016 wenn:
neue Frage gestellt werden
neue Handbücher vorhanden sind
Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.
Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.
Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.
Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt
Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.