Voer de onderstaande controles regel-
matig uit om uw auto in goede staat te
houden. Raadpleeg de voorschriften
van het PEUGEOT- netwerk of in het
garantie- en onderhoudsboekje dat bij
dit instructieboekje zit.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peil-
stok:
A = maxi.
Het oliepeil mag nooit boven
dit merkteken uitkomen.
B = mini.
Voor het behoud van de
bedrijfszekerheid van de
motoren en de emissie-
regelsystemen mogen in
geen geval additieven aan
de motorolie worden toe-
gevoegd.
Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen
twee verversingen eventueel olie
bijvullen.
Voer de controle uit met de oliepeil-
stok als de auto horizontaal staat en
als de motor meer dan 15 minuten is
afgezet.
Olie verversen
Dit dient volgens het onderhoudssche-
ma van de constructeur te worden uit-
gevoerd. Het is verplicht uitsluitend
olieën te gebruiken met de door de
constructeur voorgeschreven viscosi-
teit. Raadpleeg de voorschriften van
het PEUGEOT-netwerk .
Opmerking: vermijd langdurig huid-
contact met afgewerkte olie. Gooi af-
gewerkte olie niet weg, maar lever de
olie in bij het PEUGEOT-netwerk .
omdat de koelventilator nog kan (gaan) wer-
ken als de sleutel uit het contactslot is verwij-
derd en het koelsysteem onder druk staat
.
Oliefilter
Vervang het oliefi lter regelmatig, vol-
gens het onderhoudsschema.
Remvloeistof verversen:
Gebruik remvloeistof die door de con-
structeur wordt aanbevolen en aan de
DOT4-normen voldoet.
De remvloeistof moet worden ververst
volgens de intervallen in het onder-
houdsschema van de constructeur.
Opmerking: remvloeistof is een erg
bijtend en schadelijk middel. Vermijd
elk contact met de huid.
Afgewerkte producten
Vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
Gebruik uitsluitend door de construc-
teur aanbevolen stuurbekrachtigings-
vloeistof.
Open het reservoir bij koude mo-
tor (omgevingstemperatuur), het
vloeistofniveau dient boven het
MINI en dichtbij het MAXI merkte-
ken te staan.
Koelvloeistofniveau
Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Voor een optimale reiniging en om be-
vriezing te voorkomen, mag voor het
bijvullen en vervangen van de ruiten-
sproeiervloeistof geen water worden
gebruikt.
Draai de dop eerst 2 omwen-
telingen los om de druk te la-
ten dalen en te voorkomen dat
de hete koelvloeistof uit het
koelsysteem spuit. Trek, als de druk
eenmaal gedaald is, de dop los en vul
het systeem bij.
Opmerking: de koelvloeistof behoeft
niet te worden ververst.
Gebruik uitsluitend door de con-
structeur aanbevolen koelvloeistof
.
Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator. Wacht voor
werkzaamheden aan het koelsysteem ten
minste 1 uur nadat de motor gedraaid heeft,
Gooi geen afgewerkte olie,
remvloeistof of koelvloeistof in
het riool, in het water of op de
grond.
Belangrijk: let erop dat u bij
het eventueel verwijderen en
monteren van de afdekkap van
de motor, de bevestigingsclips
niet beschadigt.