Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten
behoeve van het rijden en het comfort
inschakelen (volgens land van bestem-
ming):
- inschakelen van de ruitenwisser ach-
ter als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld (zie hoofdstuk "Zicht"),
- selectieve ontgrendeling (zie hoofd-
stuk "Openen"),
- follow-me-home en instapverlichting
(zie hoofdstuk "Zicht"),
- sfeerverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- verlichting overdag (zie hoofdstuk
"Zicht"),
-
bochtverlichting (zie hoofdstuk "Zicht"),
- elektrische parkeerrem of handrem
(zie hoofdstuk "Rijden").
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Taalkeuze
In dit menu kunt u de weergave van de
taal kiezen: Deutsch, English, Espanol,
Français, Italiano, Nederlands, Portu-
gues, Türkçe * .
Het algemene menu en de bijbe-
horende functies zijn uitsluitend
toegankelijk bij stilstaande auto,
via de toetsen 1 tot en met 4 .
Boven een bepaalde snelheid ver-
schijnt een melding op het display
die aangeeft dat toegang tot het al-
gemene menu onmogelijk is.
De weergave van de boordcomputer
is uitsluitend toegankelijk bij rijdende
auto, via de toetsen 2 en 3 (zie para-
graaf "Boordcomputer").
Algemeen menu
Druk op toets 1 voor toegang tot het
algemene menu en om één van de
volgende functies te kiezen:
- "Parameters van de auto",
- "Taalkeuze",
- "Keuze van de eenheden".
Druk op toets 2 of 3 om op het
scherm te verplaatsen.
Druk opnieuw op toets 1 om de keu-
ze te bevestigen.
* Volgens land van bestemming.
De controlelampjes geven de bestuur-
der informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgescha-
keld) of waarschuwen de bestuurder in
het geval van een storing (waarschu-
wingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes en-
kele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten
deze lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer
dan voordat u gaat rijden welke functie
het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige controlelampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluids-
signaal en een melding op het multi-
functionele display.
Controlelampjes kunnen con-
stant branden of knipperen.
Een aantal controlelampjes
heeft beide mogelijkheden. Of het
constant branden of knipperen van
een controlelampje duidt op een sto-
ring, is afhankelijk van de werkings-
fase van de auto.