Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor
permanent.
Er is een storing in de
emissieregeling.
Het controlelampje moet doven als de
motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als
dit niet het geval is.
knippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem.
Kans op beschadiging van de
katalysator.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Laag
brandstofniveau
permanent, met de
wijzer in het rode
gebied.
Als het lampje gaat branden
zit er nog ongeveer 6 liter
brandstof in de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de
tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te
voorkomen dat u met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het
aanzetten van het contact branden zolang
er niet voldoende brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter .
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem
en het injectiesysteem beschadigd raken.
Te hoge
koelvloeistoftemperatuur
permanent, met de
wijzer in het rood.
De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen
van de koelvloeistof tot de motor is
afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen,
raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk.
Motoroliedruk
permanent.
Er is een storing in de
motorsmering.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en
raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Laadstroom
accu
permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van
de accu (vervuilde of
losgeraakte accuklemmen,
aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...).
Het lampje moet doven als de motor
wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als
dit niet het geval is.