Met de functie 'reeksen' op uw naaimachine kunt u
tekens en letters combineren tot reeksen. U kunt tot 60
steken en/of letters toevoegen in een reeks. Sla uw reeks
op op uw naaimachine; u kunt de reeks weer laden en
naaien wanneer u wilt. Alle steken in uw naaimachine
kunnen worden gebruikt voor reeksen, behalve
knoopsgaten, stopsteek, knopen aannaaien en
trenssteken.
Reeksen - Overzicht
1. Stekengebied
2. Huidig steeknummer
3. Steekbreedte/steekpositie
4. Steeklengte/-dichtheid/verlenging
Reeks maken
1. Druk op de reekstoets om 'reeksen' te openen.
2. Selecteer de steek die u wilt gebruiken (zie pagina 34
voor het selecteren van een steek). De steek
verschijnt in het steekgebied.
3. Selecteer een letter van het alfabet (2) met de pijl op
het wiel en druk op OK om deze in te voegen. De
letter wordt op de positie van de cursor in het
steekgebied geplaatst.
Let op: De huidige positie in het steekgebied wordt gemarkeerd
door een cursor. Ingevoegde steken worden op de plaats van
de cursor gezet. Verplaats de cursor door de steek met de
pijltoetsen - en + rechts naast het steekgebied.
Het alfabet gebruiken
Alfabetmodus, Reeksen - Overzicht
1. Stekengebied
2. Alfabet
3. Tekenset (hoofdletters/kleine letters, normale/
speciale symbolen)
4. Lettertype selecteren.
Een tekstreeks maken
1. Druk op de alfabetmodus, toets 'reeksen'.
2. Beweeg de cursor door het steekgebied (1) met de
toetsen - en + rechts naast het steekgebied naar waar
u een letter wilt toevoegen.
3. Selecteer een letter van het alfabet (2) met de
pijltoetsen en druk op OK om deze in te voegen. De
letter wordt op de positie van de cursor in het
steekgebied geplaatst.
Let op: De geselecteerde letter van het alfabet wordt
gemarkeerd.
46