Aansluiten van extra apparatuur
Sluit de recorder aan zoals hiernaast is weergegeven. Gebruik een
euroconnector kabel van goede kwaliteit.
Als uw videorecorder geen euroconnector aansluiting heeft, is de
verbinding alleen mogelijk via de antennekabel. U dient dan af te
stemmen op het testsignaal van uw videorecorder en dit
programmanummer 0 toe te kennen (zie handmatig vastleggen, p. 5).
Om het beeld van de videorecorder weer te geven, druk op
0.
Videorecorder met decoder
Sluit de decoder aan op de tweede euroconnector aansluiting van
de videorecorder. U kunt dan ook gecodeerde uitzendingen
opnemen.
Zie ook het menu (pagina 6).
Afhankelijk van de uitvoering is het televisietoestel uitgerust met 2 of 3 externe aansluitingen (EXT1,
EXT2 en EXT4) aan de achterkant van het toestel.
De EXT1-aansluiting heeft audio- en video-ingangen/uitgangen en RGB-ingangen.
De EXT2-aansluiting heeft audio- en video-ingangen/uitgangen en S-VHS-ingangen.
De EXT4-aansluiting (indien beschikbaar) heeft audio- en video-ingangen/uitgangen en RGB-ingangen.
Videorecorder
Satellietontvanger, decoder, DVD, etc.
Maak de aansluitingen zoals hiernaast is weergegeven.
Sluit voor een optimale beeldkwaliteit apparatuur die RGB
signalen produceert (digitale decoder, bepaalde DVD drives, etc.)
aan op EXT1 of EXT4, en apparatuur die S-VHS signalen
produceert (S-VHS en Hi-8 videorecorders).
Het selecteren van aangesloten apparatuur
Druk op de toets om
, , (S-VHS signalen van
de EXT2 aansluiting),
voor aansluitingen aan de voorkant en
(afhankelijk van het model) te selecteren.
De meeste apparaten (decoder, videorecorder) schakelen zelf om.
Maak de aansluitingen zoals hiernaast is weergegeven.
Met de toets , kies
.
Bij een mono-toestel sluit u het geluidssignaal aan op de ingang AUDIO L
(of AUDIO R). Het geluid komt automatisch uit de linker- en
rechterluidsprekers van het televiesietoestel.Verbind de VIDEO en S-VIDEO
kabels niet op hetzelfde ogenblik. Dit kan beeldvervorming veroorzaken.
Hoofdtelefoon
Druk op de toets
m om het geluid van het televisietoestel uit te
zetten (zie ook: Geluidsinstellingen pagina 6).
De impedantie van de hoofdtelefoon moet tussen 32 en 600 ohm liggen.
Andere apparaten
Aansluitingen aan de zijkant
Versterker
(niet op alle uitvoeringen aanwezig)