Meer uit uw TV halen
5.3.3 Beeldinstellingen
In deze sectie leest u hoe u alle beeldinstellingen
kunt aanpassen.
‡ Druk op Menu op de afstandsbediening en
selecteer TV-menu > TV-instellingen > Beeld en
druk op π om de lijst te openen.
® Druk op o of œ om een instelling te
selecteren.
• Contrast
Hiermee wordt het niveau van heldere delen van
het beeld aangepast, maar blijven de donkere
delen onveranderd.
• Helderheid
Hiermee wordt het lichtniveau van het gehele
beeld aangepast.
• Kleur
Hiermee wordt het verzadigingsniveau aangepast.
• Kleurschakering
Als er in NTSC wordt uitgezonden, worden
kleurvariaties door deze instelling
gecompenseerd.
• Scherpte
Hiermee wordt het scherpteniveau van kleine
details aangepast.
• Tint
Hiermee worden de kleuren ingesteld op
Normaal, Warm (roodachtig) of Koel
(blauwachtig). Selecteer Gewenst om zelf een tint
in te stellen in het menu Gewenste tint.
• Gewenste tint
Als u Gewenst hebt geselecteerd in het menu
Tint, kunt u hier zelf een tint instellen.
Druk op de groene toets om elke balk te
selecteren en de volgende waarden te wijzigen:
- R-WP rood whitepoint
- G-WP groen whitepoint
- B-WP blauw whitepoint
- R-BL rood zwartniveau
- G-BL groen zwartniveau
• Perfect Pixel HD
Hiermee schakelt u Perfect Pixel HD, de ideale
beeldinstelling, in of uit.
• Digital Natural Motion
Hiermee vermindert u trillingen in velden en
lijnen en worden vloeiende bewegingen
gereproduceerd, vooral in films.
U kunt het niveau instellen op Minimum,
Maximum of Uit.
• 100Hz Clear LCD
Hiermee schakelt u 100Hz Clear LCD in of uit.
• Dynam. contrast
Hiermee verbetert u het contrast wanneer het
beeld op het scherm verandert. U kunt het
niveau instellen op Minimum, Medium, Maximum
of Uit. Het niveau Medium wordt aangeraden.
• Ruisreductie
Hiermee filtert en vermindert u de beeldruis. U
kunt het niveau instellen op Minimum, Medium,
Maximum of Uit.
• MPEG artefact-reductie
Hiermee zorgt u voor vloeiende overgangen van
digitale beelden. Hiermee schakelt u MPEG
artefact-reductie in of uit.
• Kleurverbetering
Hiermee worden kleuren intenser en wordt de
resolutie van details in heldere kleuren verbeterd.
U kunt het niveau instellen op Minimum, Medium,
Maximum of Uit.
• Active control
Hiermee worden alle binnenkomende signalen
gecorrigeerd om de best mogelijke beeldkwaliteit
te realiseren. Hiermee schakelt u Active control
in of uit.
• Lichtsensor
Hiermee worden de beeld- en Ambilight-
instellingen aan de lichtomstandigheden in de
kamer aangepast. Hiermee schakelt u de
lichtsensor in of uit.
• Beeldformaat
Zie sectie 5.3.4 Breedbeeldformaat.
16
nam. contras
nt... in
nr standaard..