4
4.1
Configuratie
Beeld en geluid
Beeld
In het menu Beeld kunt u alle beeldinstellingen afzonderlijk
aanpassen.
Als u Beeldinstellingen wilt openen, drukt u op h >
Configuratie > TV-instellingen > Beeld.
• Contrast
Hiermee stelt u het contrastniveau van het beeld in.
• Helderheid
Hiermee stelt u het helderheidsniveau van het beeld in.
• Kleur
Hiermee stelt u het niveau van de kleurverzadiging in.
• Kleurschakering
Als er in NTSC wordt uitgezonden, worden kleurvariaties
gecompenseerd door deze instelling.
• Scherpte
Hiermee stelt u het scherpteniveau van fijne details in.
• Ruisreductie
Hiermee filtert en vermindert u de beeldruis.
• Tint
Hiermee worden de kleuren ingesteld op Normaal, Warm
(roodachtig) of Koel (blauwachtig). Selecteer Gewenst in het
menu Gewenst om zelf een persoonlijke tint in te stellen.
• Gewenste tint
Stel de kleurtemperatuur van het beeld in met de schuifregelbalk.
• Perfect Pixel HD
Hiermee regelt u de geavanceerde instellingen van de Perfect
Pixel HD Engine .
— Perfect Natural Motion: hiermee voorkomt u schokkerige
bewegingen en worden bewegingen vloeiender, wat vooral bij
films een duidelijke verbetering geeft.
— Clear LCD zorgt voor een uiterst scherpe weergave van
bewegingen, een beter zwartniveau, een hoog contrast met een
rustig beeld dat niet trilt en een grotere kijkhoek.
— Superresolutie : hiermee zorgt u voor hoogwaardige scherpte,
vooral in lijnen en contouren in het beeld.
— Perfect contrast: hiermee stelt u het niveau in waarmee de
TV automatisch de details verbetert in de donkere, halfdonkere
en lichte delen van het beeld.
— Dynamische achtergrondverlichting: hiermee stelt u het
niveau van stroomverbruik in. Het stroomverbruik kan worden
verminderd door de intensiteit van de helderheid van het scherm
te verlagen. Kies een optimaal stroomverbruik of een beeld met
een optimale helderheid.
— MPEG-artefactreductie: hiermee zorgt u voor vloeiende
digitale overgangen in het beeld.
— Kleurverbetering : hiermee worden kleuren intenser en wordt
de resolutie van details in heldere kleuren verbeterd.
— Gamma: een niet-lineaire instelling voor de helderheid en het
contrast van het beeld. Gebruik de schuifregelbalk om een hogere
of lagere gammawaarde in te stellen.
• PC-modus
Hiermee stelt u de TV in op de vooraf geprogrammeerde
computerinstelling als er een computer is aangesloten.
• Lichtsensor
Hiermee worden de beeld- en Ambilight-instellingen aan de
lichtomstandigheden in de kamer aangepast.
• Beeldformaat
Lees Help > De basis > TV-kijken > Beeldformaat.
• Schermranden
Hiermee maakt u het beeld iets groter om vervormde randen te
verbergen.
• Beeld verschuiven
Hiermee verplaatst u met de cursortoetsen het beeld
omhoog/omlaag of naar links/rechts.
Geluid
In het menu Geluid kunt u alle geluidsinstellingen afzonderlijk
aanpassen.
Als u Geluidsinstellingen wilt openen, drukt u op h >
Configuratie > TV-instellingen > Geluid.
• Bas
Hiermee stelt u het niveau in van de lage tonen van het geluid.
• Hoge tonen
Hiermee stelt u het niveau in van de hoge tonen van het geluid.
• Surround
Hiermee stelt u het Surround Sound-effect in van interne
luidsprekers.
• Volume hoofdtelefoon
Hiermee stelt u het volume in voor de aansluiting van de
hoofdtelefoon op de TV.
• Automatische afstelling volume
Hiermee worden plotselinge volumeverschillen beperkt, zoals bij
het begin van een reclameblok of bij overschakelen naar een
andere zender.
• Balans
Hiermee past u de balans van de linker- en rechterluidspreker
aan uw luisterpositie aan.
Eco-instellingen
Met Eco -instellingen worden milieuvriendelijke TV-instellingen
gebruikt.
Druk tijdens het TV-kijken op de Groene toets om de Eco-
instellingen te openen. Geactiveerde instellingen zijn gemarkeerd
met een ê.
Druk nogmaals om te sluiten.
Energiebesparing
Met deze Smart beeld-instelling stelt u het beeld en Ambilight in
op de meest energiezuinige instelling. Als u deze instelling wilt
activeren, selecteert u Energiebesparing in Eco-instellingen en
drukt u op OK.
Als u Energiebesparing wilt uitschakelen, selecteert u een andere
instelling voor Smart beeld.
Scherm uit
Als u alleen naar muziek luistert, kunt u het TV-scherm
uitschakelen om energie te besparen. Selecteer Scherm uit en
druk op OK. Als u het scherm weer wilt inschakelen, drukt u op
een willekeurige toets op de afstandsbediening.
Lichtsensor
De ingebouwde lichtsensor past het beeld en Ambilight
automatisch aan de lichtomstandigheden in de kamer aan. U
schakelt deze lichtsensor in door Lichtsensor te selecteren en op
OK te drukken. Als u deze wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op
OK.