AUX (audiokabel niet bijgeleverd) (Zie 9)
Op dit 3,5 mm contact kunt u andere audio-apparatuur
op uw systeem aansluiten, bijv. een MP3-cd-speler
1. Druk y op aan en druk vervolgens op SOURCE om
de AUX.
= Display: AUX. PHILIPS beweegt.
2. Gebruik een audiokabel om het contact AUX aan te
sluiten op het contact LINE OUT / hoofdtelefoon
van uw externe apparatuur.
3. Om geluidsstoringen te voorkomen moet men het
volume op de externe apparatuur op een laag
niveau instellen.
4 Om de klank en het volume in te stellen gebruikt u
de bedieningsknoppen van uw externe apparatuur
en van de AZ3067.
CASSETTERECORDER
Afspelen van een cassette
1. Druk y op aan en druk vervolgens op SOURCE om
de
TAPE.
= Display: blijft weergegeven zolang de
cassetterecorder in gebruik is.
2 Plaats een cassette in de houder en sluit het cas-
settedeurtje.
3 Druk op PLAY 1 om het afspelen te starten.
4 Wilt u het afspelen onderbreken, druk dan op
PAUSE ;. Druk opnieuw op deze toets om verder
te gaan met afspelen.
5 Druk op SEARCH 5 of 6 om de cassette ver-
sneld te spoelen.
6 Druk op STOP/OPEN 9/ om de cassette te stop-
pen.
Nuttige tip:
- Tijdens het afspelen, de toetsen worden aan het
eind van de cassette automatisch ontgrendeld en het
apparaat wordt uitgeschakeld behalve tijdens 8.
- De knoppen van de cassettespeler worden niet vri-
jgegeven nadat u de cassette versneld hebt afge-
speeld. Zorg dat de knoppen zijn vrijgegeven als u het
apparaat wilt uitschakelen.
ALGEMENE INFORMATIE OVER HET OPNEMEN
• Opnemen is slechts geoorloofd als geen inbreuk
wordt gemaakt op auteursrechten of andere recht-
en van derden.
• Gebruik voor opnames enkel NORMAL-cassettes
(IEC I) waarvan de nokjes niet uitgebroken zijn. Dit
apparaat is niet geschikt voor opnames op
CHROME- (IEC II) of METAL-cassettes (IEC IV).
• Het optimale opnameniveau wordt automatisch
ingesteld. De toetsen VOLUME en BASS hebben
geen invloed op de opname.
• Om te voorkomen dat een cassette per ongeluk
gewist wordt, moet u de nokjes uitbreken. Als u
weer wilt kunnen opnemen, plak dan een stukje
plakband over de openingen.
Opnemen via de CD speler.
1 Kies de bron CD.
2 Plaats een cd in de cd-speler en stel, indien
gewenst, een programma samen.
3 Druk STOP/OPEN
9
/ om cassettedeurtje te
openen en voeg een nieuwe cassette in. Sluit
deurtje.
4 Druk op RECORD
0
om de opname te starten.
5 Druk op
2;
om het CD afspelen te starten.
6 Om het opnemen te pauzeren, drukt u op PAUSE
8
. Druk opnieuw op PAUSE
8
om verder te gaan
met opnemen.
7 Drukt u op STOP/OPEN
9
/ om het opnemen te
beëindigen.
Opnemen van de radio
1 Stem af op de gewenste radiozender (zie
Afstemmen op een radiozender).
2 Herhaal de stappen 3 tot 7 onder Synchroon starten
bij opnemen van een CD.
AUX CASSETTERECORDER
ONDERHOUD & VEILIGHEID (vedi 0)
Onderhoud van de CD-speler en de CD’s
• Als de CD-speler de CD’s niet op de juiste manier
kan lezen, gebruik dan een schoonmaak-CD om de
lens schoon te maken voor u het apparaat ter
reparatie aanbiedt.
• Raak de lens van de CD-speler nooit aan!
• Bij plotse temperatuurveranderingen kan er con-
dens ontstaan en kan de lens van de CD-speler
beslaan. Het afspelen van een CD is dan niet
mogelijk. Probeer niet de lens schoon te maken
maar laat de CD-speler enige tijd acclimatiseren in
een warme omgeving tot de condens verdwenen is.
• Sluit altijd het CD-vak om te voorkomen dat er stof
op de lens komt.
• Maak de CD schoon door met een zachte, pluisvrije
doek vanuit het midden in een rechte lijn naar de
rand te wrijven. Gebruik geen schoonmaakmiddelen
want deze kunnen de CD beschadigen.
• Schrijf nooit op een CD en plak er geen stickers op.
Onderhoud van de cassetterecorder
Om verzekerd te zijn van een goede geluidskwaliteit
bij het opnemen en afspelen, moet u de aangegeven
delen A, B en C één keer per maand schoonmak-
en. Gebruik een wattenstaafje met een beetje alcohol
of speciale reinigingsvloeistof voor het schoonmaken
van het deck.
1 Open het cassettevak.
2 Druk op PLAY 1 en maak de aandrukrol C schoon.
3 Druk op PAUSE ; en maak de koppen A en de
toonas B schoon.
4 Druk na het schoonmaken op STOP/OPEN 9/.
Veiligheidsvoorschriften
• Zet het apparaat op een harde, vlakke ondergrond
zodat het niet om kan vallen.
• Als u het netsnoer of de aansluiting op het appa-
raat gebruikt om het apparaat uit te schakelen,
dient u ervoor te zorgen dat deze goed toeganke-
lijk zijn.
• Bescherm het apparaat, de batterijen, de cd’s en
cassettes tegen vocht, regen, zand of extreem
hoge temperaturen zoals bij verwarmingsappa-
ratuur of in felle zon.
• Apparaat mag niet worden blootgesteld aan spat-
water.
•Leg niets op het apparaat. Er moet voldoende venti-
latieruimte (minimaal 15 cm) zijn bij de venti-
latieopeningen om te voorkomen dat het apparaat
te warm wordt.
• De ventilatie mag niet worden gehinderd door het
afsluiten van de ventilatieopeningen met voorw-
erpen, zoals kranten, tafelkleden, gordijnen enz.
• Er mogen geen voorwerpen met een open vlam,
zoals aangestoken kaarsen op het
apparaat worden geplaatst.
• Geen voorwerpen met vloeistoffen, zoals vazen,
mogen op het apparaat worden geplaatst.
• De mechanische delen van het apparaat zijn
voorzien van zelfsmerende lagers en mogen dus
niet gesmeerd of geolied worden.
•U kunt het apparaat schoonmaken met een licht
bevochtigde zeemlap. Gebruik geen schoonmaak-
middelen die alcohol, spiritus, ammonia of schu-
urmiddel bevatten want die kunnen het apparaat
beschadigen.
• Batterijen (batterijdelen of geplaatste batterijen)
mogen niet worden blootgesteld aan hoge tem-
peraturen (die worden veroorzaakt door zonlicht,
vuur en dergelijke).
LET OP
- Zichtbare en onzichtbare laserstraling. Kijk
niet in de straal als het deksel open is.
- Hoogspanning Niet openen. U loopt anders
het risico een elektrische schok te krijgen.
Dit apparaat bevat alleen onderhoudsvrije
onderdelen.
- Breng geen wijzigingen aan het apparaat aan
om blootstelling aan straling te voorkomen.
ONDERHOUD & VEILIGHEIDA