Nederlands
108
Met deze functie kunt u snel en eenvoudig opnames maken
van een CD. De tracknummering wordt automatisch overgeno-
men van het bronmateriaal. Er kunnen geen tracknummers
handmatig worden toegevoegd. Bij analoog bronmateriaal
wordt een geluidspauze van 2.7 seconden of meer
automatisch als een volgend tracknummer geïnterpreteerd.
Belangrijk:
- Een opname van een CD-wisselaar moet altijd worden
gestart in de functie RECORD DISC, RECORD TRACK of
MAKE CD.
Preparing for autostart recording
1 Controleer of de disc volkomen stof- en krasvrij is.
2 Druk een aantal malen op SOURCE totdat:
➜ DIGITAL I d, DIGITAL II d, OPTICAL I p of
ANALOG a oplicht en DIGITAL 1, DIGITAL 2,
OPTICAL of ANALOG op het display verschijnt (afhan-
kelijk van de gebruikte aansluiting).
3 Druk vanuit de stopstand van de CD-recorder op REC TYPE
eenmaal:
om ‘RECORD DISC’' te selecteren;
tweemaal:
om ‘RECORD TRACK' te selecteren;
viermaal:
om ‘MAKE CD’ te selecteren.
➜ d en SYNC beginnen te knipperen en het display toont
de gekozen opnamefunctie.
•Als tevens de melding CHECK INPUT knippert, is de digi-
tale aansluiting niet in orde.
Het opnemen starten
1 Druk op PLAY op de geselecteerde bron om het opnemen te
starten.
➜ De CD-recorder begint automatisch op te nemen en d
brandt continu.
•Als u echter de bron midden in een track start, begint het
opnemen aan het begin van de volgende track of, bij een
analoge opname, na een geluidspauze van 2.7 seconden.
•U kunt de verstreken opnametijd controleren door op DIS-
PLAY te drukken. (Dit kan ook tijdens het opnemen gebeu-
ren)
•De CD-recorder stopt automatisch.
2 Het opnemen kan handmatig worden gestopt door op STOP
te drukken op de CD-recorder.
➜ WAIT licht op en SYNC en d gaan uit.
•Als op STOP 9 wordt gedrukt binnen 3 seconden nadat op
PLAY werd gedrukt, zal er geen opname worden gemaakt.
•Het opnemen kan worden onderbroken door op PAUSE te
drukken op de CD-recorder.
➜ d begint te knipperen. Druk op RECORD op de CD-
recorder om door te gaan met opnemen.
Na het opnemen verschijnt gedurende enkele seconden de
aanduiding UPDATE op het display.
Opmerking: Als wordt opgenomen van een DAT- of DCC-recor-
der of van analoge bronnen, zal het opnemen pas
na een geluidspauze van 20 seconden worden
gestopt.
Belangrijk:
Als u de opgenomen CDR- of CDRW-disc wilt afspelen
op een gewone CD-speler, moet de disc eerst gefinali-
seerd worden. Zie Finaliseren van CDR- en CDRW-
discs.
Gefinaliseerde CDRW-discs kunnen alleen worden
afgespeeld op een CD-speler die geschikt is voor het
afspelen van CDRW-discs.