4
2 De telefoon in gebruik nemen
DECT 221 / 225 installeren
1. Sluit het ene uiteinde van de voedingskabel aan op de
aansluiting aan de achterzijde van het basisstation en steek het
andere uiteinde in een wandcontactdoos. Een piepton geeft
aan dat de telefoon op de juiste wijze is geïnstalleerd (geldt
alleen voor DECT 225).
2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de
aansluiting aan de achterzijde van het basisstation en steek het
andere uiteinde in een telefooncontactdoos.
3.
Wanneer u een multi-pack product gekocht heeft, is er voor iedere extra
handset een oplaadstation en een voedingskabel. Sluit het ene uiteinde
van de voedingskabel aan op de aansluiting aan de onderzijde van het
oplaadstation. Steek het andere uiteinde van de voedingskabel in een
wandcontactdoos.
4.
Plaats de 2 oplaadbare NiMH AAA batterijen (bijgevoegd), in
het batterijvakje van de handset. Let op de juiste plaats van de
batterijen (polariteit).
Aanwijzing: De garantie geldt niet op batterijen en andere
componenten met een gelimiteerde levensduur, noch voor slijtage
die gebruikelijk
is bij normaal gebruik.
5. Plaats het deksel van het batterijvakje weer terug en schuif dit zodanig op zijn plaats, tot het vastklikt.
6. Plaat de handset in het basis- of oplaadstation, zodat de batterijen gedurende ca. 24 uur kunnen worden
opgeladen, voordat u de handset gebruikt. Een pieptoon bevestigt dat de handset op de juiste wijze in het
basisstation of de oplader is geplaatst. Wanneer het apparaat voor de eerste keer in gebruik wordt genomen
kan het enkele minuten duren voordat de symbolen op het display verschijnen. De handset kan warm worden
gedurende de eerste keer dat u de batterijen oplaadt. Dit is normaal.
Batterijen van de handset opladen
Het lege batterijsymbool
geeft aan dat de batterijen moeten worden opgeladen. Plaats de handset in het basis- of
oplaadstation om de batterijen op te laden. Wanneer de batterijen bijna leeg zijn schakelt de handset automatisch in de
sluimermodus en geeft op het display LOW BATT
aan.
Wen u zelf eraan, de handset in het basis- of oplaadstation te zetten, zodat deze altijd weer volledig wordt opgeladen,
wanneer de handset niet wordt gebruikt.
DE TELEFOON IN GEBRUIK NEMEN