12
Spatie invoeren
Druk de 1 -toets eenmaal in om een spatie in te voeren.
Wissen
Druk de WISSEN -toets in om een verkeerd ingevoerd teken te wissen.
6. Voer het telefoonnummer in.
7. Druk de
OK -toets in om het nummer op te slaan.
Dubbele naam
Een naam die reeds in het telefoonboek staat kan niet nogmaals worden opgeslagen. Wijzig de naam en probeer
het opnieuw.
Een nieuwe notitie toevoegen
Herhaal de bedieningsstappen 3 tot en met 7 om een nieuwe notitie toe te voegen.
5. Druk de OK -toets in om de naam te bevestigen.
Letters en cijfers invoeren
Druk de toets in die overeenkomt met de gewenste letter of het gewenste cijfer, net zo vaak in totdat het
desbetreffende teken op het display verschijnt.
5 Het telefoonboek gebruiken
U kunt de gegevens van uw gesprekspartners in het telefoonboek opslaan. Bij gebruik van meerdere handsets heeft
iedere handset een eigen telefoonboek.
Telefoonboeknotities bekijken
In het telefoonboek kunnen max. 30 notities worden opgeslagen. Voor iedere notitie staan max. 8 tekens voor de naam
en max. 20 tekens voor het nummer ter beschikking.
HET TELEFOONBOEK GEBRUIKEN
1.
Druk de TELEFOONBOEK -toets in.
2. Blader met de toetsen NAAR BOVEN / NAAR BENEDEN door de notities.
U kunt echter ook de cijfertoetsen gebruiken om de beginletter van de naam in te voeren om zo
rechtstreeks toegang te krijgen tot de gewenste notitie.
Een naam en een nummer opslaan
1. Druk de MENU -toets in.
2. Selecteer TEL BOEK
en druk de OK -toets in.
3. Selecteer VOEG TOE
en druk de OK -toets in.
4. Voer de naam met behulp van de cijfertoetsen in.