PROBLEEM
Geen beeld, geen geluid en geen
weergave op het voorpaneel.
Geen beeld, geen geluid; maar de
tijd of de melding “--:--“ verschijnt
op het voorpaneel.
Geen beeld, geen geluid; maar de
weergave op het voorpaneel is
correct.
Alleen het Hoofdmenu en
bijbehorende sub-menu's zijn
beschikbaar. U kunt geen service
kiezen.
Hoofdmenu + sub-menu's en
informatie zijn beschikbaar. Maar
er is geen ontvangst (het beeld is
zwart).
Onregelmatige ontvangst,
“mozaiëk”-effect of het beeld
verstart.
De afstandbediening werkt niet
goed.
Bij normale ontvangst kan er
tijdens het kiezen van bepaalde
services een zwart scherm
verschijnen.
MOGELIJKE OORZAAK
De ontvanger is niet op het
lichtnet aangesloten, of staat niet
op AAN.
De ontvanger staat in standby.
U kijkt televisie via uw UHF- of
VHF-antenneaansluiting.
De SCART-aansluiting is op de
verkeerde bus aangesloten.
De aansluitingen zijn goed, maar
de televisie is NIET ingesteld op
externe AV-bron (AV 1 of EXT 1,
etc.).
De kabelverbindingen zijn
misschien defect (beschadigd,
gebroken of aangetast) of
ontbreken.
Er bevindt zich geen
gedownloade Lijst van (digitale)
services in het geheugen van de
ontvanger.
De ontvanger is niet juist
ingesteld voor de antenne.
De antenne ontvangt geen
satellietsignalen.
De stroomvoorziening van de
LNB is verbroken.
Het ontvangen signaal is te zwak.
De antenne is beschadigd.
Defecte kabelverbindingen
(beschadigd, gebroken of
aangetaste connectors / draden).
Een zwak signaal omdat de
antenne niet goed is gericht of
niet stabiel is.
Er zijn geen batterijen in de
afstandbediening, de batterijen
zijn bijna of helemaal leeg.
Uw abonnement geldt niet voor
de geselecteerde services of
programma's.
ACTIE
Controleer de
lichtnetaansluiting.Druk op de
AAN/UIT-toets van het
voorpaneel.
Druk op B toest van de
afstandsbediening om de
ontvanger uit de standby te halen.
Druk op de TV/SAT-toets van de
afstandbediening.
Controleer de SCART-
aansluitingen (raadpleeg
hoofdstuk 2).
Controleer de TV SCART-
aansluiting.
Controleer alle aansluitingen en
raadpleeg hoofdstuk 2.
Voer alle relevante stappen van
de installatieprocedure uit die in
hoofdstuk 4 worden beschreven.
Controleer alle items in het menu
Antenne instellen (LNB-
stroomvoorziening, LNB-type, LO
frequentie...) —raadpleeg
hoofdstuk 4.2 A.
Controleer de installatie en de
richting van de schotel.
Controleer de kabelverbinding
tussen de LNB en de
satellietontvanger.
Controleer de installatie en de
richting van de antenne.
Het kan voorkomen (zelden) dat
dit wordt veroorzaakt door barre
weersomstandigheden of een
zeer zware bewolking.
Installeer een nieuwe antenne.
Controleer alle aansluitingen en
kabels.
Richt de antenne opnieuw. Maak
de antenne stevig vast.
Controleer de batterijen en
vervang ze eventueel.
Kies een andere service.