• Voordat u gaat grillen of bakken laat u het
apparaat met gesloten deur goed
voorverwarmen.
• Als u in de grill/bakoven voedsel aan het
bereiden bent, kunt u op het apparaat schalen
e.d. opwarmen of etenswaren warmhouden.
Pas op voor krassen!
• Let op: de bovenzijde van het apparaat wordt
erg heet, vooral wanneer de temperatuurknop
op een hoge stand staat.
Recepten
N.B.: De aanduiding van
de stand van de
tijdschakelaar bij de
recepten heeft alleen
betrekking op type
HD 4465!
Open toast
4-6 sneetjes brood; beleg
(zie suggesties hieronder);
peterselie of bieslook.
Toast de sneetjes brood ca.
2
1
⁄2
minuut aan één zijde.
Keer dan de sneetjes en
beleg ze.
Schuif de belegde sneetjes
weer in de oven (positie 2) en laat ze nog eens
ca. 2
1
⁄2
minuut roosteren.
Bestrooi de toast voor het opdienen met gehakte
peterselie of bieslook.
Suggesties voor het beleg van de toast:
• Paté, uienringen, plakje appel, plakjes augurk,
plak kaas, paprikapoeder.
• Plak ham, ananas, tomatenketchup, kaas,
kerriepoeder.
• Gekookte rundertong, plakjes komkommer,
appel, plak kaas, ontbijtspek.
• Snijworst, plakjes augurk, plakjes banaan,
cayennepeper, plak kaas.
• Plakjes fricandeau, tomaat, uienringen, plak
kaas.
• Rookvlees, roerei, tomatenketchup, plakjes
komkommer, plak kaas.
Voorverwarmen: 5 minuten
Roostertijd: 2 x ca. 2
1
⁄2 min.
Gratineren
(een bruin korstje geven)
Alle gerechten die worden
afgewerkt met paneermeel
en boter, kaassaus of
geraspte kaas kunnen
worden gegratineerd.
Bijvoorbeeld:
- ovenschotels (met rijst,
macaroni of spaghetti),
- soepen (uiensoep)
- ragoûts
- aardappelpuree.
Zet de gerechten zo heet mogelijk op het rooster
in de grill/bakoven. Echter niet te dicht onder de
verwarmingselementen, omdat dan een
onregelmatig resultaat wordt verkregen.
Het beste resultaat bij ovenschotels, koppen soep
e.d., krijgt u als u op het rooster op positie 2 of 3
gratineert. De keuze wordt bepaald door de
hoogte van het gerecht.
Voorverwarmen: 5 minuten
Gratineertijd: 4-8 minuten
Wittebrood
Zwarte bakvorm van ca. 30
cm lang; 500 g bloem; ca.
2
1
⁄2
dl water of melk van 35-
40 °C; 10 g zout; 30 g verse
gist of gedroogde gist (lees
op de verpakking hoeveel
gistkorrels u moet gebruiken
op 500 g bloem); 25 g boter
of margarine.
Meng in een kopje de verse gist met 1I dl lauw-
warme melk of water. (Bij gebruik van droge gist:
volg de aanwijzingen op de verpakking op.)
Doe de bloem en het zout in een kom, maak een
kuiltje in de bloem en giet hierin het gistmengsel
en de rest van de lauwwarme melk of water.
Houd wat melk of water achter: het deeg mag niet
te nat worden. Als het deeg te droog lijkt, kunt u
altijd nog wat vocht toevoegen.
Kneed het mengsel tot een soepel deeg dat niet
meer aan de rand van de kom plakt.
Dek de kom met het deeg af met een theedoek en
leg daaroverheen een stuk plastic.
Laat het deeg op een lauwwarme plaats (in de
winter bijv. op de verwarming) gedurende
ca. 30 minuten rijzen.
Kneed het deeg nogmaals, sla het plat en rol het
op zodat het in de bakvorm past.
Leg de deegrol met de naad naar beneden in de
20