26
• Wanneer het textiel uit verschillende vezelsoorten bestaat, kies dan
altijd de temperatuur die geldt voor de gevoeligste stof van deze
samenstelling.
(Bijvoorbeeld: als een stuk textiel bestaat uit "60% polyester en 40%
katoen", kies dan de temperatuur voor polyester (1).
• Als u niet weet uit welke vezelsoort(en) het textiel bestaat, zoek dan
een plek op die niet zichtbaar zal zijn als u het artikel draagt of
gebruikt en probeer daar uit welke temperatuur geschikt is. (Begin dan
bij een tamelijk lage temperatuur en schakel over op hogere
temperatuur, totdat het gewenste resultaat is bereikt.)
• Fluweel en andere weefsels die snel glimplekken vertonen, strijkt u
altijd in één richting (met de vleug mee) en zonder drukken.
Zorg dat het strijkijzer steeds in beweging blijft.
• Synthetische stoffen en zijde strijkt u bij voorkeur aan de binnenzijde
om glimplekken te voorkomen.
Temperatuur instellen
- Als de handgreep in de laagste stand staat:
Trek de handgreep omhoog (fig. 4).
- Stel de gewenste strijktemperatuur in (fig. 7.)
- Zet het strijkijzer op zijn achterkant (fig. 8).
- Steek de stekker in het stopcontact (fig. 9).
Het strijkijzer begint nu op te warmen.
Na ongeveer 2 minuten kunt u beginnen met strijken.
Stoomstoot
Wanneer u knop s indrukt, geeft de zoolplaat een krachtige stoomstoot
af (fig. 10).
Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn voor het wegstrijken van hardnekkige
kreukels.
U kunt deze mogelijkheid alleen gebruiken bij het strijken op hoge
temperatuur (standen 2 en 3).
• Om de benodigde temperatuur te handhaven (en u te verzekeren van
stoom van goede kwaliteit) pauzeert u 2-3 seconden na elke
stoomstoot.
• Als er water lekt uit de zoolplaat, laat het strijkijzer dan
1
/
2
-1 minuut
opwarmen voordat u verder gaat met strijken.