4 Kies de gewenste temperatuurstand door op de
temperatuurknop te drukken.
Sneldroogstand
◗ Met de sneldroogstand fi kunt u nat haar zeer snel drogen.
(fig. 2)
We raden u aan de sneldroogstand alleen te gebruiken op nat haar om
het droogproces te versnellen.Wanneer het haar bijna droog is, wordt
de droogtemperatuur automatisch verlaagd om uitdroging van het haar
te voorkomen.
Hydraprotectstand
◗ De Hydraprotectstand fl is bedoeld om handdoekdroog haar te
drogen. (fig. 3)
◗ Tijdens het drogen controleert de sensor voortdurend het
vochtgehalte van het haar. De temperatuur wordt automatisch
verlaagd naar een haarvriendelijk niveau om te voorkomen dat
het haar te sterk gedroogd wordt. (fig. 4)
Zorg ervoor dat er zich niets tussen uw haar en het rode kapje
van de sensor bevindt, om er zeker van te zijn dat het apparaat
goed functioneert.
Koele stand
◗ Met de koele stand — kunt u het gecreëerde kapsel fixeren.
(fig. 5)
Voor een langdurig stylingresultaat kunt u de temperatuurknop op de
koele stand zetten en de koele luchtstroom op uw haar richten om het
kapsel te fixeren.
5 Droog uw haar door borstelbewegingen met de droger te maken
op korte afstand van uw haar. (fig. 6)
6 Selecteer de hoogste luchtsnelheidstand (III) in combinatie met
de sneldroogstand om nat haar ultrasnel te drogen.
◗ De temperatuurindicator geeft informatie over de toestand van
het haar.Wanneer de temperatuurindicator begint te knipperen,
is het haar bijna droog. (fig. 7)
NEDERLANDS 31