26
◗ Houd de haartrimmer zo dat de platte zijde van de opzetkam
evenwijdig is aan het hoofd. Beweeg de haartrimmer langzaam
een stukje door het haar en dan weg van het hoofd, waarbij u
steeds kleine beetjes haar knipt.
◗ Wijzig de haarlengtestand (zie tabel) om verschillende lengten te
verkrijgen op de verschillende delen van het hoofd.
Knippen langs de modelleerkam of vingers
Deze techniek kan worden gebruikt om haarlengten langer dan 21 mm
te verkrijgen.
◗ Verwijder de opzetkam.
◗ Til een haarlok op met een modelleerkam of neem een haarlok
tussen twee vingers.
◗ Trek de kam of uw vingers langs de lok omhoog totdat alleen het
gedeelte dat afgeknipt moet worden nog boven de kam of uw
vingers uitsteekt.
◗ Knip het haar dat boven de kam of de vingers uitsteekt af.
◗ Ga op deze wijze door met knippen tegen de groeirichting van
het haar in.
◗ Kam het haar regelmatig om afgeknipte haren te verwijderen en
het te controleren op ongelijkmatig geknipte stukken.
Contouren knippen
◗ Verwijder de opzetkam.
◗ Houd de haartrimmer vast met het knipelement naar beneden
gericht.
◗ Om de neklijn en de bakkebaarden goed in vorm te knippen,
moet u overlappende bewegingen met de haartrimmer maken.
◗ Om het haar rond te oren te knippen, moet u één kant van het
knipelement op de huid plaatsen. Zorg ervoor dat de tanden op
veilige afstand van de oren blijven.
◗ Knip het haar langzaam en voorzichtig in de juiste vorm.
NEDERLANDS