13
Opnemen
Als het apparaat niet op de computer is aangesloten, kunt u opnamen van spraak en radio en line-in-
opnamen maken.
Opnamen voorbereiden
1 Druk op SETTING. Selecteer Recordings (Opnamen) en druk op 6 voor een lijst met
beschikbare instellingen.
2 U kunt de volgende instellingen aanpassen voordat u een opname maakt.
Record quality (Opnamekwaliteit) Low, Medium, High (Laag, Gemiddeld, Hoog)
Automatische volumeregeling Aan, Uit
Stiltedetectie Aan, Uit
Instelling Beschikbare opties (standaardinstellingen zijn vet gedrukt)
Automatische volumeregeling (alleen beschikbaar bij spraakopnamen): als u een spraakopname
maakt, stelt het apparaat het volumeniveau in.
Stiltedetectie (alleen beschikbaar bij LINE-IN-opnamen): als het apparaat een stilte detecteert,
wordt een nieuwe track gecreëerd.
Spraakopnamen maken
1 Controleer dat u zich niet in radiomodus bevindt.
2 Druk op REC om de spraakopname te starten.
➔ Het apparaat geeft de status van de opname weer.
3 Druk opnieuw op REC om de spraakopname te stoppen.
➔ Het apparaat geeft de status van het opslaan weer.
De spraakopname wordt op het apparaat opgeslagen
(bestandsnaam= VOICE REC > MIC xxx.wav; xxx = nummer).
4 Druk op 2; om een voorbeeld van de nieuwe opname weer te geven
wanneer dit wordt gevraagd. Druk op geen enkele toets als u geen
voorbeeld wilt bekijken. De vraag of u een voorbeeld wilt bekijken
verdwijnt automatisch.