BEDIENING 157
q Geluid
Instellingen van de digitale en analoge uitgang
voor DVD/VCD
Digitale uitgang
De fabrieksinstelling is ALL. Sluit u apparatuur aan met
een digitale ingang, zet de instelling dan op All of alleen
op PCM (Pulse Code Modulation - zie hieronder). De
coaxiale en de optische uitgang zijn dan beide
ingeschakeld (niet voor SACD). Beschikt uw apparatuur
niet over een digitale meerkanaalsdecoder, zet de
digitale uitgang dan op PCM. De coaxiale en de optische
uitgang zijn dan beide ingeschakeld. Zie ‘Instellingen van
de digitale en analoge uitgang voor DVD/VCD’
hierboven.
PCM-uitgang
PCM (Pulse Code Modulation) is een methode om
audio-informatie in digitaal formaat te coderen. Bij PCM
wordt analoge audio-informatie met een vaste snelheid
bemonsterd. Ook wordt de amplitude (het volume) van
het audiosignaal gemeten, waarbij de nauwkeurigheid
door de bemonsteringsgrootte wordt bepaald. Bij een cd
wordt het geluid met een bemonsteringsfrequentie van
44,1 kHz en een bemonsteringsgrootte van 16 bit in
PCM-formaat gecodeerd. Een bemonsteringsgrootte van
16 bit kan 65.536 geluidsvolumeniveaus bevatten die
overeenkomen met een dynamisch bereik van 96 dB.
Een dvd kan met een bemonsteringsfrequentie van
maximaal 96 kHz en een bemonsteringsgrootte van
24 bit in PCM-formaat worden gecodeerd.
Met de PCM-instelling op uw speler kunt u de PCM-
bemonsteringsfrequentie van de analoge en digitale
uitgangen selecteren. U kunt kiezen tussen 48 en 96
kHz; de fabrieksinstelling is 48 kHz.
Opmerkingen bij het gebruik van digitale uitgangen:
● Als u een digitale versterker met een PCM-ingang
van 96 kHz hebt, en de versterker is op de digitale
uitgang aangesloten, kiest u deze frequentie in het
menu. Kies deze frequentie niet als uw versterker
een digitale PCM-ingang van 48 kHz heeft, omdat dit
een sterk vervormd geluid kan veroorzaken.
● In verband met de kopieerbeveiliging is het mogelijk
dat de digitale uitgangen geblokkeerd worden als u
96 kHz kiest; de analoge uitgangen blijven dan wel
geactiveerd. Door de PCM-uitgang op 48 kHz in te
stellen, wordt de digitale uitgang weer geactiveerd.
Analoge uitgang
Zie ‘Instellingen van de digitale en analoge uitgang voor
DVD/VCD’. Kies Stereo, Dolby Surround, 3D-geluid of
Meerkanaalsgeluid. Zie ‘Instellingen van digitale en
analoge uitgangen voor DVD/VCD’. De
standaardinstelling is Meerkanaalsgeluid.
Meerkanaalsgeluid : Kies deze instelling als gebruik wordt
gemaakt van een meerkanaals audio/
(video)-receiver met zes ingangen.
Bij deze instelling wordt het signaal,
indien van toepassing, omgezet in
een Dolby Digital 5,1-channel signaal.
Bij dvd-video’s en Video-cd’s met
tweekanaals geluidssporen wordt het
signaal omgezet in een Dolby Pro
Logic-signaal. Bij (Super) Audio-cd’s
vindt geen Dolby Pro Logic-
decodering plaats.
Dolby Surround : Kies deze instelling als gebruik wordt
gemaakt van een Dolby Surround
Pro Logic-decoder. Bij deze instelling
worden de 5,1 audiokanalen (Dolby
Digital, MPEG-2) omgezet in een
met Dolby Surround compatibel
uitgangssignaal voor twee
luidsprekers.
3D-geluid : Deze optie is geschikt voor een
opstelling zonder achterluidsprekers
(analoge stereo-uitgang). De zes
digitale surroundkanalen worden
omgezet in een uitgangssignaal voor
twee luidsprekers, met volledig
behoud van de oorspronkelijke
audio-informatie. Deze instelling
geeft de luisteraar de indruk dat hij
door meerdere luidsprekers
omringd wordt.
Tijdens de weergave van een dvd of video-cd kunnen
deze waarden direct met toets SOUND MODE
worden gekozen.
Nachtstand
Voor het optimaliseren van de geluidsdynamiek bij een
laag volume (kan alleen gebruikt worden bij discs die
deze functie ondersteunen).