Gebruikershandleiding
10
3 Druk op het toestel dat u wenst te bedienen.
Het bedieningspaneel van het toestel verschijnt en het Afstandsbediening-
pictogram draait terug naar zijn beginpositie. U kan nu het geselecteerde
toestel bedienen zonder het actieve toestel te beïnvloeden.
Gebruik van de knop Links en Rechts
De knoppen Links en Rechts veranderen van functie naargelang het toestel dat u
met de Afstandsbediening bedient. De huidige functie wordt op het tastscherm net
boven de knop weergegeven. De functie kan een IR (infrarood) commando zijn dat
wordt verstuurd of een sprong naar een specifieke pagina van een toestel.
IR-commando’s Toestelpagina’s
Gebruik van de snelknoppen
U kan de functies Mute (geen geluid), Channel (kanaal) en Volume op elk moment
inschakelen, zelfs zonder het tastscherm aan te zetten.
Eerste stappen
4. De instellingen configureren
De meeste kenmerken van de Afstandsbediening kunnen aangepast worden aan
uw wensen.
1 Houd het Afstandsbediening-pictogram gedurende enkele seconden
ingedrukt.
Het eerste configuratiepaneel verschijnt. U kan het tweede en derde
configuratiepaneel oproepen met behulp van de bladerknoppen.
2 Druk op de knop van de instelling die u wenst te configureren.
De knop wordt zwart.
3 Gebruik de knoppen Links en Rechts om de instelling te configureren.