364 Pinnacle Studio
• Op elkaar volgende instellingen moeten vanuit verschillende
cameraposities zijn opgenomen; maak altijd een verschil in de
opnamehoek van ten minste 45 graden.
• Werk bij grote opnamen van gezichten bij dialogen enzovoort vanuit
diverse camerahoeken.
• Perspectief wisselen bij opnamen van gebouwen. Laat bij opnamen die
wat betreft soort en grootte op elkaar lijken, de beelddiagonalen
afwisselend van rechtsvoor naar linksachter en omgekeerd verlopen.
• Montages aanbrengen in bewegingen van personen. De toeschouwer
wordt afgeleid door de lopende beweging en merkt de montage bijna
niet. D.w.z.: in het midden van de beweging kan naar een
overzichtopname worden overgestapt.
• Gebruik harmonische montages en geen beeldsprongen.
• Des te minder beweging in één instelling des te korter moet de duur zijn.
Camera-instellingen met snelle bewegingen kunnen langer zijn.
• Overzichten hebben meer inhoud en moeten dus ook langer getoond
worden.
Door het bewust achter elkaar plaatsen van videobeelden kan niet alleen
een bepaald effect worden bereikt, maar kan ook een boodschap op de
toeschouwer worden overgebracht die met beelden niet kun of moet worden
getoond. Er bestaan in principe zes methoden om door middel van montage
een boodschap over te brengen:
Associatieve montage
Door een bepaalde volgorde van de instellingen kan bij de toeschouwer een
associatie worden opgeroepen, maar de eigenlijke boodschap wordt niet
getoond (een man is aan het wedden bij paardenraces en in de volgende
beelden is hij bij een autodealer nieuwe dure wagens aan het bekijken).
Parallelle montage
Er worden twee handelingen parallel getoond. Er wordt heen en weer
gesprongen tussen de twee handelingen en door het verkorten van de
instellingen tegen het einde kan de spanning naar een hoogtepunt worden
opgebouwd (twee verschillende auto’s rijden vanuit verschillende richting
met hoge snelheid op het zelfde kruispunt af).