Instelling afstandsbediening
U kunt andere apparatuur die is aangesloten op de [VIDEO1] en [VIDEO2]
ingangsaansluitingen van dit product op afstand bedienen via dit product.
Zo kunt u zelfs externe apparatuur in de bagageruimte van uw auto op afstand bedienen.
1. Open het menuscherm en selecteer het [REMOTE CONTROL SETTING]
(instelling afstandsbediening) menu. (Zie bladzijde 9.)
2. Selecteer de gewenste instelling.
Met elke druk op de CH toets schakelt u heen en weer tussen [TYPE1] en [TYPE2].
Opmerkingen:
• U moet gewon even proberen om te controleren of de externe apparatuur [TYPE1] of [TYPE2]
nodig heeft.
• Gebruik de 2/3 toetsen op de afstandsbediening om de gewenste instelling te selecteren.
• Als de externe apparatuur aangesloten op [VIDEO1] en [VIDEO2] zowel van [TYPE1] als
[TYPE2] is, kunt u toch maar één type instellen.
• Als u de zender voor de afstandsbediening zo opstelt dat deze niet op de sensor voor de afstandsbe-
diening gericht is, kunnen de signalen voor de afstandsbediening niet worden ontvangen. Wanneer
u de sensor voor de afstandsbediening van het aan te sturen toestel aanbrengt, moet u erop letten dat
deze naar de zender voor de afstandsbediening gekeerd is.