T oestel aanzetten en
signaalbron selecteren
U kunt een signaalbron selecteren om naar te
luisteren. Om de ingebouwde CD-speler te ge-
bruiken hoef t u alleen een CD in het toestel te
plaatsen (raadpleeg Af spelen van een CD).
% Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk meerdere keren op SOURCE om te scha-
kelen tussen de volgende signaalbronnen:
Ingebouwde CD -speler T uner
W anneer u een signaalbron kiest, zal het toe-
stel worden ingeschakeld.
Opmerkingen
! Als er geen CD in het apparaat zit, kunt u de
ingebouwde CD-speler niet activeren.
! W anneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
van de automatische antenne van uw auto, zal
de antenne uitschuiven wanneer de signaal-
bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u
de bron uitschakelt, wordt de antenne weer in-
geschoven.
T oestel uitschakelen
% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
Naar de radio luisteren
De AF-functie van dit toestel (zoeken naar al-
ternatieve frequenties) kan worden in- en uit-
geschakeld. Bij normale bediening van de
tuner moet de AF uit staan (raadpleeg Alterna-
tieve fr equenties kiezen).
1 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de
radio is afgestemd: MW , L W of FM.
2 LOC-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lo-
kale zenders is ingeschakeld.
3 Stereo (5 ) indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft
afgestemd in stereo uitzendt.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft af-
gestemd.
5 V oorkeuzenummerindicator
Deze geef t aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
1 Druk op SOURCE om de tuner te kie-
zen.
2 Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
3 Druk op BAND en kies een frequentie-
band.
Druk op BAND totdat u de gewenste frequen-
tieband op het display ziet verschijnen, F1 , F2
voor FM of MW/L W (MG/LG).
Stroom aan/uit T uner
Nl
4 Druk kort op c of d om handmatig af
te stemmen.
5 Om automatisch afstemmen te gebrui-
ken houdt u c of d ongeveer een seconde
ingedrukt.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aan-
gegeven richting afzoeken tot er een uitzen-
ding gevonden wordt die sterk genoeg is voor
een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door kort op c of d te drukken.
# Als u op c of d drukt en deze ingedrukt
houdt, kunt u zenders overslaan. Automatisch af-
stemmen begint als u de toets weer loslaat.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u op een van de voorkeuzetoetsen 1 6
drukt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes
zender frequenties opslaan zodat u deze later
met één druk op de toets weer kunt oproepen.
! Er kunnen maximaal 12 FM-zenders, 6 voor
elk van de twee FM-frequentiebanden, en 6
MW/L W (MG/LG)-zenders in het geheugen
worden opgeslagen.
% Wanneer u heeft afgestemd op een fre-
quentie die u in het geheugen wilt op-
slaan, houdt u een van de
voorkeuzetoetsen 1 6 ingedrukt tot het
voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft ingedrukt, gaat knip-
peren in de voorkeuzenummerindicator en
blijft daarna branden. De frequentie van de ge-
selecteerde radiozender is in het geheugen op-
geslagen.
W anneer u hierna op dezelfde voorkeuzetoets
drukt, zal de opgeslagen frequentie uit het ge-
heugen worden opgeroepen .
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel uitsluitend
laten afstemmen op zenders met een signaal
dat sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
% Druk meerdere keren op LOCAL/BSM
om het automatisch afstemmen op lokale
zenders in of uit te schakelen.
Als automatisch afstemmen op lokale zenders
is ingeschakeld, verschijnt LOC in het dis-
play .
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (Best Stations Memory)
kunt u automatisch de zes sterkste zenders
laten opslaan onder de voorkeuzetoetsen 16
zodat u later met een druk op de juiste toets
kunt afstemmen op een van de opgeslagen
frequenties.
! Het is mogelijk dat de via de BSM-functie
opgeslagen zenders de eerder door uzelf
onder de toetsen 1 6 opgeslagen zenders
ver vangen.
% Houd LOCAL/BSM ingedrukt tot de
BSM aan gaat.
BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zender frequenties op-
geslagen onder voorkeuzetoetsen 16 in de
volgorde van de sterkte van het signaal. Als dit
is gebeurd, stopt BSM met knipperen.
# Druk op LOCAL/BSM om het opslaan te
annuleren.
Nl
RDS (radiodatasysteem) is een systeem voor
het leveren van informatie tijdens FM-uitzen-
dingen. Deze onhoorbare informatie maakt
functies zoals programmaservicenaam, pro-
grammatype, verkeersberichten stand-by en
automatisch afstemmen mogelijk. Zo wordt
het radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de
gewenste zender te vinden.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-
diensten leveren.
! RDS-functies zoals AF en T A werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDS-
zender .
1 Programmaservicenaam
T oont de naam van het programma.
2 AF-indicator
Geeft aan of de AF functie (zoeken naar al-
ternatieve frequenties) is ingeschakeld.
3 T A-indicator
Geeft aan of de TA-functie (stand-by voor
verkeersberichten) is ingeschakeld.
4 TP-indicator
Geeft aan of er is afgestemd op een TP -
zender .
Weergave RDS-display
wijzigen
Als u afstemt op een RDS-zender , wordt de
programmaser vicenaam weergegeven. U kunt
desgewenst ook de frequentie laten weerge-
ven.
% Houd BTB ingedrukt tot de informatie
in het display verandert.
Druk meerdere keren op BTB en houd de toets
ingedrukt om tussen de volgende instellingen
te schakelen:
Programmaservicenaam PTY-informatie
F requentie
Meer over PTY -informatie (ID-code program-
matype) kunt u vinden op PTY -lijst.
# PTY-informa tie en de frequentie van de huidi-
ge zender zullen acht seconden lang op het dis-
play worden getoond.
PTY -nooduitzendingen
ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY -code voor het
aankondigen van noodgevallen, zoals natuur-
rampen. Als de tuner de radioalarmcode ont-
vangt, verschijnt ALARM op het display en
gaat het volume naar het T A-volume. Als de
uitzending van het noodbericht van de zender
is afgelopen, gaat het systeem terug naar de
oorspronkelijke signaalbron.
! Een noodbericht kunt u annuleren door op
TA te drukken.
RDS
Nl
Alternatieve frequenties
kiezen
Als u naar een uitzending aan het luisteren
bent en de ontvangst wordt zwakker of er doen
zich andere problemen voor , dan zal het toe-
stel automatisch op zoek gaan naar een an-
dere zender in hetzelfde netwerk die een
betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
% Druk meerdere keren op T A om de AF-
functie in of uit te schakelen.
Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt
AF in het display .
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders als AF is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner de voorkeuzezender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zen-
der . (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezen-
ders op de F1 frequentieband gebruikt.) Er
verschijnen geen voorkeuzenummers op het
display als de RDS-gegevens van de ontvan-
gen zender afwijken van de oorspronkelijk op-
geslagen zender .
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander pro-
gramma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! W anneer de tuner is afgestemd op een zender
zonder RDS zal de AF indicator knipperen.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve fre-
quentie kan vinden of als u naar een uitzen-
ding luistert en de ontvangst wordt slecht, dan
zoekt het toestel automatisch een andere zen-
der met dezelfde programmering. Tijdens het
zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt
het volume gedempt. Het dempen wordt on-
derbroken nadat PI-zoeken is voltooid. Het
maakt daarbij niet uit of er een andere zender
is gevonden of niet.
PI-zoeken voor
voorkeuzezenders gebruiken
W anneer een voorkeuzezender niet kan wor-
den opgeroepen, bijvoor beeld wanneer u een
grote afstand heeft afgelegd, kan het toestel
zo worden ingesteld dat ook bij het oproepen
van een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal
worden uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie Aan/uit zetten van
de automatische PI-zoekfunctie.
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
W anneer u de AF-functie gebruikt om automa-
tisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programma s uitzen-
den.
% Houd BAND ingedrukt totdat de regio-
nale functie aan of uit gaat.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land anders georgani-
seerd zijn (er kunnen bijv . veranderingen
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).
Nl
CRD3956-A/N -Page 2-