23
Geluidsregeling
Functies van het audiomenu
Met het audiomenu kunt u een van de volgende functies kiezen.
Instellen van het balans (FADER)
Met deze functie kunt u de fader/balans instellen voor een goed geluidsbeeld op alle
bezette plaatsen in de auto.
1. Druk op de AUDIO toets en kies de fader/balans-functie (FADER) van het
audiomenu.
Opmerking:
• Stel “FADER : 0” in wanneer u slechts twee luidsprekers heeft.
Instellen van een equalizercurve (EQ-LOW/MID/HIGH)
U kunt de op dit moment geselecteerde equalizercurves als gewenst instellen. De
ingestelde equalizercurves worden onder “CUSTOM” in het geheugen vastgelegd.
1. Druk op de AUDIO toets en kies de equalizerfunctie (EQ-LOW/MID/HIGH)
van het audiomenu.
Opmerking:
• Als u bijstellingen verricht wanneer er een andere curve dan “CUSTOM” geselecteerd is, zal de
zojuist bijgestelde curve de vorige bijgestelde curve vervangen. De nieuwe curve zal onder de naam
“CUSTOM” op het display verschijnen wanneer een equalizer curve geselecteerd moet worden.
(Zie blz. 22.)
3. Versterk of verzwak de
gekozen band met de 5/∞
toetsen.
Het display toont “+6” – “–6”.
2. Kies de in te stellen band met
de 2/3 toetsen.
EQ-LOW += EQ-MID += EQ-HIGH
3. Stel het balans tussen de
linker- en rechterluidsprekers in
met de 2/3 toetsen.
“BAL :L 9” – “BAL :R 9” wordt
getoond wanneer u het balans tussen
de linker- en rechterluidsprekers
verandert.
2. Stel het balans tussen de
voor- en achterluidsprekers in
met de 5/∞ toetsen.
“FADER :F15” – “FADER :R15”
wordt getoond wanneer u het balans
tussen de voor- en achterluidsprekers
verandert.