29
Geluidsregeling
Compenseren van de toon (LOUD)
Met deze functie wordt een compensatie gemaakt voor de afwezigheid van lage en hoge
tonen bij weergave met een laag volume. U kunt een gewenst niveau voor “LOUD
(Loudness)” kiezen.
Subwooferuitgang (SUB.W)
Wanneer er een Subwoofer is aangesloten, dient u de Subwoofer uitgang aan te zetten.
Bij het verlaten van de fabriek is de subwooferuitgang geactiveerd (ON).
Opmerking:
• Wanneer de instelling voor de Achter-uitgang op “FRT+REAR” is gezet, kunt u de Subwoofer niet
meer ON/OFF zetten. (Zie blz. 34.)
“SW”
2. Activeer (ON) de subwoofer-
uitgang of schakel uit (OFF)
met de 5/∞ toetsen.
1. Druk op de AUDIO toets en kies de functie voor de subwoofer (SUB.W) van
het audiomenu.
3. Kies het gewenste niveau met
de 2/3 toetsen.
LOW (Laag) += MID (Midden)
+= HI (Hoog)
“LOUD”
2. Activeer (ON) de Loudness
functie of schakel deze uit
(OFF) met de 5/∞ toetsen.
1. Druk op de AUDIO toets en kies de functie voor het compenseren van de
toon (LOUD) van het audiomenu.