Selecteren van discs van de lijst
met disctitels
De titels van de discs in het toestel kunnen wor-
den getoond in een lijst met disctitels zodat u
gemakkelijk de disc die u wilt laten weergeven
kunt kiezen. De getoonde titels zijn titels die u
zelf heeft ingevoerd in de Multi CD-speler of
titels die zijn opgenomen op CD TEXT discs.
1. Druk op FUNC en vervolgens op D.LIST
om de functie voor de lijst met disctitels
te selecteren.
2. Druk op NEXT om te schakelen tussen
“1” – “6” en “7” – “12”.
3. Druk op een van de toetsen 1 – 6 (of 7 –
12) om de gewenste disc te selecteren.
De geselecteerde disc zal nu worden
weergegeven.
Opmerking:
• U kunt ook 2, 3 en 5 gebruiken om de gewenste
disctitel te selecteren en te laten weergeven.
• “No D.Title” zal worden getoond bij een disc waar-
voor geen titel is ingevoerd.
• “No disc” zal verschijnen naast het discnummer
wanneer er onder dat nummer geen disc in het
magazijn aanwezig is.
• U kunt niet overschakelen naar “7” – “12” wanneer
er een 6-disc Multi CD-speler is aangesloten.
Pauzeren van de CD weergave
Door te pauzeren kunt u de weergave van de
CD tijdelijk onderbreken.
1. Druk op FUNC en vervolgens op PAUSE
om de pauzefunctie te selecteren.
2. Druk op PAUSE om de weergave te
pauzeren.
Het lampje gaat aan. De weergave van het
spelende fragment zal worden gepauzeerd.
• Druk nog eens op PAUSE om de pauze op
te heffen.
• Wanneer de pauzefunctie verlaten wordt
terwijl de weergave nog is gepauzeerd, zal
de aanduiding “PAUSE” op het basisdis-
play verschijnen.
Opmerking:
• U kunt de pauze ook inschakelen of opheffen door
bij het volgende display op PAUSE te drukken.
Invoeren van disctitels
U kunt maximaal 100 CD titels van elk maxi-
maal 10 tekens lang (inclusief ITS geheugen)
invoeren in de Multi CD-speler. De ingevoerde
titel zal vervolgens verschijnen wanneer u de
disc een volgende keer in het toestel doet.
1. Druk op
55
of
∞∞
en speel de CD af waar-
voor u de titel wilt invoeren.
2. Druk op FUNC en NEXT en vervolgens op
TTLin om de titel-invoerfunctie te
selecteren.
3. Druk op ABC om de tekenset om te
schakelen.
Druk herhaaldelijk op ABC om te schakelen
tussen de volgende tekensets:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolen
= Alfabet (kleine letters) = letters met
diakritische tekens (bijv. á, à, ä, ç)
• Druk op 012 om over te schakelen naar
een tekenset met alleen cijfers en symbol-
en.
4. Druk op
55
of
∞∞
om letters, cijfers en
symbolen te selecteren.
• Selecteer de knipperende cursor “_” als u
een spatie wilt invoegen.
Zie ommezijde.
32
ENGLISH ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS