47
Geluidsregeling
Compenseren van de toon (LoudnEss)
Met deze functie wordt een compensatie gemaakt voor de afwezigheid van lage en hoge
tonen bij weergave met een laag volume. U kunt een gewenst niveau voor “Loudness”
kiezen.
1. Druk op de AUDIO toets en kies de tooncompensatiefunctie (LoudnEss) van
het Audiomenu.
Subwooferuitgang (Sub W-1)
Wanneer er een Subwoofer is aangesloten, dient u de Subwoofer uitgang aan te zetten.
Bij het verlaten van de fabriek is de subwooferuitgang uitgeschakeld (OFF).
De subwooferuitgangsfase kan op normaal of 0° (“Phase:NOR”) en tegengesteld of 180°
(“Phase:REV”) worden gesteld. 0° is de basisinstelling voor de fase.
Opmerking:
• Wanneer de Subwoofer instelling op “Sub woofer control External” staat, kunt u de Subwoofer
functie niet aan of uit schakelen. Deze instelling is in dit geval niet nodig (Zie blz. 57.)
• Kies OFF indien u geen gebruik van een subwoofer wilt maken.
3. Verander de fase van het uit-
gangssignaal van de Subwoofer
met de 2/3 toetsen.
2. Activeer (ON) de subwoofer-
uitgang of schakel uit (OFF)
met de 5/∞ toetsen.
1. Druk op de AUDIO toets en kies de subwoofer aan/uit functie (Sub W-1)
van het Audiomenu.
3. Kies het gewenste niveau met
de 2/3 toetsen.
Low Ô Mid Ô High
2. Activeer (ON) de functie of
schakel uit (OFF) met de 5/∞
toetsen.