7
Aansluiten van het toestel
Aansluitschema
• Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang (subwoofer uitgang). Schuif de
ingangsschakelaar naar rechts (RCA).
Doorvoerbuisje
Speciaal rood accusnoer [RD-228] (los verkrijgbaar)
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn
gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan
op het positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Aardingssnoer (zwart) [RD-228] (los verkrijgbaar)
Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis.
Zekering (25 A) × 2
Autostereo met
RCA-uitgangspen-
aansluitingen
Externe uitgang
(subwoofer uitgang)
Aansluitsnoer met
RCA-penstekkers (los verkrijgbaar).
RCA-ingangspenaansluiting
Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar)
Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting
voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM
REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden
aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische
antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbe-
dieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het
spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar.
Luidspreker-aansluitpunt
Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van
de luidsprekerdraden” voor richtlijnen
i.v.m. het aansluiten van luidsprekers.
Zekering (40 A) × 2
Achterkant