60
Opmerking:
• Voor u het toestel definitief installeert, dient u de bedrading eerst tijdelijk aan te sluiten om te controleren of
alle vereiste verbindingen correct gemaakt zijn en of het systeem goed werkt.
• Gebruik uitsluitend de met het toestel meegeleverde onderdelen om zeker te kunnen zijn van een correcte
installatie. Gebruik van onjuiste onderdelen kan leiden tot storingen.
• Raadpleeg uw dealer wanneer het voor de installatie nodig lijkt om gaten te boren of wanneer u andere
modificaties aan het voertuig wilt aanbrengen.
• Installeer het toestel zo dat het de bestuurder niet in de weg kan zitten en niemand kan verwonden wanneer
het voertuig plotseling stopt, bijvoorbeeld in een noodgeval.
Installeren van het toestel
1. Bevestig de beugels aan de onderkant van het toestel.
De beugels kunnen ook verticaal worden aangebracht.
2. Installeer het toestel in het voertuig.
Zelftappende schroef (3 mm × 8 mm)
Boor een gaatje van 1,5 mm t/m 2 mm
Vloerbedekking of chassis