109
Het menu MCACC PRO
11
! Advanced EQ Setup – Gebruik deze optie om de tijdsperiode in te stellen die wordt gebruikt voor aanpassing
van de frequentie en kalibratie op basis van de metingen van de galm in de luisterruimte. Het aanpassen
van de systeemkalibratie met deze instelling verandert de instellingen die u in Automatisch uitvoeren van de
optimale geluidsafstellingen (Full Automatic MCACC) op bladzijde 59 of Automatic MCACC (Expert) op
bladzijde 105 hebt aangebracht, en is niet nodig als u tevreden bent met deze instellingen.
3 Als u ‘Reverb Measurement’ hebt geselecteerd, selecteert u EQ ON of EQ OFF en
vervolgens START.
De volgende opties bepalen hoe de galmeigenschappen van uw luisterruimte in Reverb View worden
weergegeven:
! EQ OFF – Selecteer deze optie als u de akoestische eigenschappen van de luisterruimte wilt bekijken zonder
egalisatie van de receiver (voor kalibratie).
! EQ ON – Selecteer deze optie als u de akoestische eigenschappen van de luisterruimte wilt bekijken met
egalisatie van de receiver (na kalibratie). Merk op dat de EQ-respons wellicht niet geheel vlak lijkt, vanwege
correcties die nodig zijn voor uw luisterruimte.
— De kalibratie die overeenkomt met de momenteel geselecteerde voorgedefinieerde MCACC-instelling
wordt gebruikt wanneer EQ ON is geselecteerd. Om een andere voorgedefinieerde MCACC-instelling te
gebruiken, drukt u op MCACC om het MCACC-geheugen te selecteren dat u wilt opslaan.
— Na de automatische kalibratie met EQ Type : SYMMETRY (Full Auto MCACC enz.) kan de grafiek voor
de afgeleide galmeigenschappen worden weergegeven door Reverb View te selecteren. Om de feitelijk
gemeten galmeigenschappen na de EQ-kalibratie weer te geven, moet u met EQ ON meten.
Wanneer het meten van de galm voltooid is, kunt u Reverb View selecteren om de resultaten op het scherm te
zien. Zie Grafische uitvoer professionele kalibratie-EQ op bladzijde 126 voor informatie over het oplossen van
problemen.
4 Als u ‘Reverb View’ hebt geselecteerd, kunt u de galmeigenschappen van elk kanaal
controleren. Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
De galmkarakteristieken worden weergegeven wanneer de Reverb Measurement -metingen worden uitgevoerd.
Gebruik k/ l om het kanaal, de frequentie en de kalibratie-instelling te selecteren die u wilt controleren. Gebruik
i/ j om tussen deze drie te schakelen. De grafiek met de galmeigenschappen vóór en na de EQ-kalibratie kan
worden weergegeven door Calibration : Before / After te selecteren. De markeringen op de verticale as geven
decibellen aan met intervallen van 2 dB.
5 Als ‘Advanced EQ Setup’ wordt geselecteerd, moet u het MCACC-geheugen selecteren
dat wordt opgeslagen, waarna u de gewenste tijdinstelling voor de kalibratie invoert en
vervolgens START selecteert.
! Om de plaats op te geven waar het MCACC-geheugen moet worden opgeslagen, drukt u op MCACC om het
MCACC-geheugen te selecteren dat u wilt opslaan.
Op basis van de meting van de galmeigenschappen kunt u de tijdsperiode kiezen die wordt gebruikt voor de
uiteindelijke aanpassing van de frequentie en kalibratie. Hoewel u dit ook kunt instellen zonder meting van de
galmeigenschappen, is het beter om de resultaten van de meting te gebruiken als referentie voor de tijdsinstel-
ling. De aanbevolen tijdsinstelling voor een optimale kalibratie van het systeem op basis van direct geluid uit de
luidsprekers is 30-50ms .
Gebruik k/ l om de instelling te selecteren. Gebruik i/ j om hiertussen te schakelen.
Selecteer de instelling uit de volgende tijdsperioden (in milliseconden): 0-20ms , 10-30ms , 20-40ms, 30-50ms,
40-60ms, 50-70ms en 60-80ms. Deze instelling geldt voor alle kanalen tijdens de kalibratie.
Selecteer START wanneer u klaar bent. De kalibratie duurt ongeveer 2 tot 4 minuten.
Nadat de akoestische kalibratie-egalisatie is ingesteld, krijgt u de optie om de instellingen op het scherm te
controleren.
Precision Distance
Alleen voor de SC-LX89
Voordat u deze functie gebruikt, moet u de procedure voor de Full Automatic MCACC-instelling uitvoeren (zie
bladzijde 59 ). Door de procedure voor de Full Automatic MCACC-instelling uit te voeren, wordt de afstand tot op
1 cm nauwkeurig gecorrigeerd, maar met de functie Precision Distance kunt u de afstand tot de luidsprekers (de
positie) tot een nauwkeurigheid van minder dan 1 cm terugbrengen. U corrigeert niet de numerieke waarde van
de afstand, maar u verplaatst de luidsprekers zelf om de fijnafstelling uit te voeren (de subwoofer kan niet worden
afgesteld). Het ingangssignaal van de microfoon wordt op het scherm aangegeven. Voer de fijnafstelling van de
positie van de luidsprekers uit totdat de meter de maximale aflezing geeft. De gedetailleerde afstandsinstellingen
die voorheen door ervaren monteurs op het gehoor werden gemaakt, kunt u nu op gemakkelijke wijze uitvoeren
door naar de meter op de monitor te kijken. Zet de microfoon op dezelfde plaats als waar deze stond toen de
microfoon werd aangesloten en de Full Automatic MCACC-instelling werd uitgevoerd.
1 Selecteer ‘Precision Distance’ in het instelmenu Manual MCACC.
2 Voer de fijnafstelling van de luidsprekers achter elkaar uit, te beginnen bij het rechter
voorkanaal.
De testpulsen worden uitgevoerd via de luidspreker van het geselecteerde kanaaal en via nog een andere
luidspreker. Plaats de geselecteerde luidspreker 1 cm dichterbij of verder weg van de microfoon. Kijk naar het
scherm terwijl u dit doet en voer fijnafstelling uit totdat de meteraflezing maximaal is. De luidspreker die als stan-
daardkanaal dienst doet, verschilt afhankelijk van het kanaal dat wordt afgesteld. Verplaats niet de luidspreker die
dienst doet als standaardkanaal.
De maximale meteraflezing is 10,0. (Als de meteraflezing minder dan 10,0 is, verplaatst u de luidspreker tot de
maximale waarde is verkregen.)
! Als de microfoon op een andere plaats wordt gezet dan waar de Full Auto MCACC of de Auto MCACC -
procedure werd uitgevoerd, is het mogelijk dat er geen juiste afstellingen kunnen worden gemaakt. In dit
geval raden wij u aan de procedure bij De luidsprekerafstand nauwkeurig instellen op bladzijde 107 in de
Manual MCACC metingen uit te voeren en dan de hier beschreven afstelling uit te voeren zonder de micro-
foon te verplaatsen.
! De hier beschreven afstelling is voor het afstellen op een fout van 1 cm of minder (niet afstelbaar met de
Automatic MCACC-instelling). Er wordt mogelijk 0.0 aangegeven na de afstandscorrectie met de Automatic
MCACC-instelling, maar zelfs in dat geval zal met deze afstelling de correctie geoptimaliseerd worden. Merk
op dat als de Automatic MCACC-instelling wordt uitgevoerd nadat de hierboven beschreven fijnafstelling is
gemaakt, de correctie-precisie zal terugvallen naar ongeveer 1 cm.
! Evenals bij de Automatic MCACC-instelling dient deze afstelling in een zo stil mogelijke omgeving te worden
uitgevoerd. Er wordt 0.0 aangegeven als tijdens het afstellen plotseling een luid geluid binnenkomt.
! De afstand voor alle kanalen kan alleen uniform worden gemaakt, zelfs als het R (rechtsvoor) kanaal in de
juiste volgorde wordt afgesteld.
! Wees voorzichtig dat de luidsprekers niet omvallen wanneer u deze verplaatst.
! Het resultaat van de hier uitgevoerde afstelling kan gecontroleerd worden door naar de uitvoer van de
testpulsen te luisteren bij Precision Distance (de testpulsen zullen meer centraal tussen de luidsprekers
zijn geplaatst dan voordat de afstelling werd uitgevoerd). Wees voorzichtig dat u de afstandswaarden niet
verandert.
3 Druk op RETURN wanneer u klaar bent.
U keert terug naar het instelmenu Manual MCACC .