08
38
Nl
08
kamer uit en voer de automatische MCACC -instelling opnieuw
uit.
De afstandsbediening doet het niet.
Vervang de batterijen (zie bladzijde 9).
Blijf binnen 7 m en 30º van de sensor op het voorpaneel (zie
bladzijde 9).
Verwijder het obstakel of ga op een andere plaats zitten of
staan.
Vermijd blootstelling van de afstandsbedieningssensor op het
voorpaneel aan direct licht.
Het display is donker of uitgeschakeld.
Dru k herhaaldelijk op DIMMER op de afstandsbediening om
naar de standaardinste lling terug te keren.
De voorpaneeldisplay schakelt zonder duidelijk e reden over
naar verscheidene andere displays.
Dit gebeurt omdat de demodisplay in werking is. Om de
demodisplay uit te schakelen drukt u op een willekeurige toets
om naar de originele display terug te keren , of stelt u FL Demo
Mode in op OFF (zie Het FL Demo Mode-me nu op
bladzijde 34).
Het apparaat dat is voorzien van Bluetooth draadloze
technologie kan niet worden aangesloten of bediend. Er
komt geen geluid uit het apparaat dat is voorzien van
Bluetooth draadloze technologie of het geluid is
onderbroken.
Controleer dat er geen voorwerp dat elektromagnetische
straling uitzend in de 2,4 GHz band (ma gnetrons, draadloze
LAN-appa ratuur of draadlo ze apparatuur die is voor zien van
Bluetooth technologie) in de buurt van de eenheid staa t. Als
dit wel het geval is, zet dan de eenheid ver van dit voorwerp
vandaan. Of staak het gebrui k van het voor werp dat
elektromagnetische straling uitzend.
Controleer dat het apparaa t dat is voorzien van Bluetooth
technologie niet te ver van de eenheid staat en dat er geen
obstakels tussen he t apparaat dat is voorzien van Bluetooth
technologie en de eenheid staan. Stel het apparaat dat is
voorzien van Bluetooth draadloze technologie en de eenheid
zo in dat de onderlinge afstand kleiner is dan 10 m en dat er
geen voorwerpen tussen staan.
Controleer of de Bluetooth ADA PTER en het ADAPTER PORT -
aansluitpunt van het apparaat ju ist zijn aangesloten.
H et apparaat dat is voorzien van Bluetooth dr aadloze
technologie is mogelijk niet ingesteld op de
communicatiemodus die de Blu etooth draadloze technologie
ondersteunt. Controleer de instelling van het apparaat dat is
voorzien van Bluetooth draadloze technologie.
Con troleer of de paring juist is. De paringinstelling werd van
deze eenheid of van het apparaat dat is vo orzien van Bluetooth
draadloze technologie verwijderd. Herstel de pa ring.
C ontroleer of het profiel juist is. Gebruik een apparaat dat is
voorzien van Bluetooth draa dloze techn ologie da t A2DP-
profielen en AVRCP -profielen ondersteunt.
HDMI
Geen beeld of geluid.
Als h et probleem blijft aanhouden terwijl uw HDMI-
component rechtstreeks is aangesloten op uw monitor , dient
u de handleiding van de component of de monitor te
raadplegen of contact op te nemen met de fabrikan t voor
ondersteuning.
Geen beeld.
D e videosignalen die vanaf het analoge video -aansluitpunt
binnenkomen worden niet door het HDMI-aanslu itpunt
uitgevoerd. De videosignalen die vanaf het HDMI-aansluitpu nt
binnenkomen worden niet door het analoge video-
aansluitpunt uitgevoerd. Het type kabel tussen de ingang en
uitgang dient telke ns hetzelfde te zijn .
Afh ankelijk van de uitgangsinstellingen van de
broncomponent kan het zijn dat er een video-indeling wor dt
verzonden die niet kan worden weergegeven. Wijzig de
uitgangsinstellingen van de bron, of sluit de bron aan met
behulp van de component - of composite-aansluitingen.
Dez e receiver is geschikt voor HDCP . Controleer of de
componenten die u aansluit eveneens HDCP -compatible zijn.
Als dat niet het geval is, sluit u ze aan met be hulp van
component- of composite video -aansluitingen.
Afh ankelijk van het aangesloten apparaat is het mogelijk dat
het apparaat niet werkt met deze receiver (zelfs als het
geschikt is voor HDCP). In d at geval sluit u aan met b ehulp
van component- of composite video -aansluitingen tussen
bron en receiver .
Als er geen beeld op de TV verschijnt, pro beert u de instelling
voor de resolutie of Deep Color , of een andere instelling voor
het apparaat te wijzigen.
Om sig nalen in Deep Color uit te voeren, gebruikt u een
HDMI-kabe l (High Sp eed HDMI
®
-kabel) om deze receiver te
verbinden met een apparaat of TV met de Deep Color-functie.
Het OSD-scherm (System Setup-menu, etc.) wordt niet
weergegeven.
He t schermmenu (OSD) verschijnt niet wanneer u uw televisie
met behulp van de HDMI-uitgan g hebt aangesloten. Gebruik
component- of composite-aansluitinge n wanneer u uw
systeem instelt.
Geen geluid, of geluid is plotse ling gestopt.
Contro leer of de Audio Parameter -instelling ingesteld is op
HDMI AMP/THRU (raadpleeg bladzijde 29).
Als de component een DVI-appa raat is, g ebruikt u een
afzonderlijke aansluiting voor de audio.
Bij dig itale audio-overbrenging in HDMI-formaat duu r het
langer voordat dit door het apparaat wordt herkend. Daardoor
ontstaat er mogelijk een geluidsstoring wanneer tussen
geluidsindelingen wordt gewisseld of wanneer de weergave
wordt gestart.
Door het aan- en uitzetten van h et apparaat dat tijdens de
weergave op het HDMI OU T -aansluitpunt van dit syst eem is
aangesloten, of door he t aan- of afsluit en van de HDMI-ka bel
tijdens de weergave kan ruis of een storing in het geluid
ontstaan.
Gesynchroniseerde bediening met gebruik van de Control
met HDMI-functie is niet mogelijk.
Controleer de HDMI-aansluitingen.
D e kabel kan beschadigd zijn.
Selectee r ON voor de Control met HDMI-instelling (zie HDMI
Setup op bladzijde 35).
Scha kel eerst het TV -toestel in en daarna pas deze receiver .
Sch akel de Control met HDMI-instelling van de TV in (zie de
gebruiksaanwijzing voor de TV).
Belangrijke inform atie met betrekking tot de
HDMI-aansluiting
Er zijn gevallen waarin u de HDMI-signalen niet via deze
receiver kunt leiden (dit is afhankelijk van de component met
HDMI-functie die u aansluit - raadpleeg de fabrikant voor
informatie over HDMI-compatibiliteit).
Wanneer u via deze receiver de HDMI-signalen niet goed
kunt ontvangen (vanaf uw component), dient u de volgende
configuratie te proberen tijdens het aansluiten.
Configuratie
Sluit uw HDMI-geschikte component rechtstr eeks aan op het
scherm met behulp van een HDMI-kabel. Gebruik vervolgens
de gemakkelijkste aansluiting (digitaal wordt aanbevolen)
voor het verzenden van audio naar de receiver. Zie de
gebruiksaanwijzing voor meer informatie over
audioaansluitingen. Stel het volume van het scherm in op
een minimum wanneer u deze configuratie gebruikt.
• Afhankelijk van het apparaat, kan het audio-
uitgangssignaal beperkt zijn tot het aantal kanalen dat
beschikbaar is van het aangesloten beeldscherm (zo kan
bijvoorbeeld het audio- uitgangssignaal worden beperkt
tot 2 kanalen bij een videomonitor met niet meer dan
stereo-geluidsweergave).
• Wanneer u de ingangsbron wilt omschakelen, moet u de
functies op zowel de receiver als uw scherm
omschakelen.
VSX-521_SYXCN_Nl .book 38 ページ 2011年2 月8日 火曜 日 午後3時 50分