45
Nl
08
08
D e LAN-kabel is niet goed aangesloten. Sluit de LAN-kabel
correct aan (bladzijde 16).
Er is veel dataverkeer op het netwerk terwijl er tevens
verbinding is met internet op hetzelfde netwerk. Gebruik
100BASE- TX voor toegang tot de apparaten in het netwerk.
Geen toegang mogelijk tot Windows Media Player 11 of
Windows Media Player 12.
I n gev al van Wi ndows Medi a Playe r 11: U bent op het moment
op het domein ingelogd via uw PC met W indows XP of
Windows Vista geïnstalleerd. In plaats van inloggen op het
domein, moet u op de lokale appara tuur inloggen
(bladzijde 23)
I n gev al van Wi ndows Medi a Playe r 12: U bent op het moment
op het domein ingelogd via uw PC met W indows 7
geïnstalleerd. In plaats van inloggen op het domein, moet u op
de lokale apparatuur inloggen (bladzijde 23)
Kan niet naar internet-radiozenders luisteren.
De firewall-in stellingen voor de apparaten in het netwerk zijn
geactiveerd. Controleer de firewall-instellingen voor de
apparaten in het netwerk.
U bent niet verbonden met internet. Con troleer de
verbindingsinstellingen voor de apparaten in het netwerk en
neem indien nodig contact op met uw netwerkserviceprovider
(bladzijde 25).
D e uitzendingen van een internet-radiozender worden gestopt
of onderbroken. Er zijn gevallen waarin u niet naar bepaalde
internet-radiozenders kunt luisteren, hoewel de zenders toch
in de lijst staan van d e internet-radiozenders van de receiver
(bladzijde 24).
De NETWORK-functie kan niet met de toetsen op de
afstandsbediening worden bediend.
De afsta ndsbediening s taat niet in de NETWORK-modus.
Druk op NETWORK om de afstands bediening op de
NETWORK-modus in te stellen (bladzijde 23).
Problemen oplossen met het draadloze LAN
Geen toegang tot het netwerk via een draadloos LAN.
D e draadloze LAN-adapter staat niet aan (D e “Power”, “ WPS”
en “Wireless” indicatoren branden niet allemaal). Controleer
of de USB-kabel die de draadloze LAN-adapter verbindt met de
DC OUTPUT for WIRELESS LAN-aansluiting van de receiver
correct is aangesloten .
D e LAN-kabel is niet stevig aangesloten. Sluit de LAN-kabel
stevig aan (bladzijde 16).
D e draadloze LAN-adapter en de basiseenheid (draadloze
LAN-rou ter enz.) zijn te ver bij elkaar va ndaan, of er bevindt
zich een obstakel tussen de a pparaten. V erbeter de draa dloze
LAN- omgeving doo r de draadloz e LAN-ad apter en d e
basiseenheid dichter bij elkaar te bren gen enz.
Er is een magnetron of andere apparatuur die
elektromagnetische golven genereert in de buurt van de
draadloze L AN- omgeving.
-
Gebruik het systeem niet in de buurt van magnetr ons of
andere appara tuur die elektromagnetische golven
genereert.
-
Vermijd het gebruik van apparatuur die elektromagnetische
golven produceert zo veel mogelijk wanneer u het systeem
met een dr aadloos LA N gebruikt .
E r zijn meerdere draadloze LA N-adapter s verbonden met de
draadloze LAN-router . Wanneer er meer dere draadloze LAN-
adapters gebruikt worden, moeten hun IP -adressen worden
aangepast. Als bijvoorbeeld het IP -adres van de draadloze
LAN-router “192.168.1.1” is, moet het IP -adres van de eerste
draadloze LAN-adapter worden ingesteld op “192.168.1.249”,
het IP-adres van de tw eede draad loze LA N-adapter op
“192.168.1.248” waarbi j u waarden tussen 2 en 249
(bijvoorbeeld “249” en “248”) moet gebruiken die niet zijn
toegeweze n aan ande re draadloz e LAN- adapters of andere
apparatu ur .
Er kunnen geen LAN-verbindingen tot s tand gebrac ht worden
tussen de draadloze LAN-adapter en de basiseenheid
(draadloze LAN-router enz.).
-
Schakel de receiver uit terwijl de draadloze LAN-converter op
de receiver is aangesloten, verwijder het netsnoer, en sluit
vervolgens het netsnoer w eer aan, en scha kel de receiver
weer in.
-
De draadloze LAN-adapter moet correct worden ingesteld
om draadloze LA N-verbindinge n tot stand te kunnen
brengen. Raadpleeg de bedieningshandleiding van de
draadloze LAN-converter voor meer gegevens.
D e draadloze LAN-adapter is correct aangesloten op d e
receiver en de indicatoren van de draadloze LAN-adapter
branden, maar de draadloze L AN-adapte r kan niet worden
ingesteld via de receiver (het instelscherm wordt niet
getoond).
Als Network Modes in de Network Settings van de receiver
op STATIC staat, en het IP -adres is handmatig ingesteld, dan
komt het IP-a dres dat in de draadloze LAN-converter is
ingesteld mogelijk niet overeen.
Zet Network Modes in de Network Sett ings van de receiver
op DHCP . Schakel de receiver uit wanneer de instelling
voltooid is. Zet de receiver ver volgens weer aan en controleer
of de instellingen van de draadloze LAN-adapter getoond
worden op de receiver .
Als de instellingen kunnen worden getoond, kunt u het IP -
adres van de receiver en van de draa dloze LAN-adapter
wijzigen indien nodig.
D e IP -adresinstellingen van de receiver en de draadloze LAN-
adapter komen niet overeen met de instellingen van de
draadloze L AN-r outer enz.
Controleer de IP -adresinstellingen van de receiver en de
draadloze LAN-adapte r (inclusief de Network Modes ).
Als Network Modes van de receiver op DHC P staat, schakel
dan de receiver uit en ve r volgens weer in.
Controleer of de IP -adressen van de receiver en de draadloze
LAN-adapter overeenkomen met de instellingen van de
draadloze LAN-router enz .
Als de Network Modes van de receive r op STATIC s taat, stel
dan een IP -adres in dat correspondeert met het netwerk van
de basisunit (draadloze LAN-router enz.).
Als bijvoorbeeld het IP -adres van de draadloze LAN-router
“192.168.1.1” is, moet u het IP -adres van de receiver instellen
op “192.168.1.XXX” (*1), het subnetmasker op “255.255.255.0”,
de gateway en DNS op “192.168.1.1”.
Stel vervolgens het IP -adre s van de draadloze LAN-a dapter in
op “192.168.1.249” (*2).
(*1) Stel de “XXX” in “192.168.1 .XXX” in op een getal tussen 2
en 248 dat niet is toegewezen aan andere apparatuur .
(*2) Stel in plaats van “249” in “192.168.1.249” een getal in
tussen 2 en 249 dat niet is toegewezen aan andere
apparatuur .
P robeer de geavanceerde ins tellingen van de draadloze L AN-
adapter in te st ellen.
De draadloze L AN-adap ter kan worden aanges loten op een
computer om de geavanceerde draadloze LAN-instellingen te
wijzigen. Zie voor details de CD-ROM die wordt meegeleverd
met de dra adloze LA N-adapter . Controleer de instellingen van
de draadloze LAN-router enz. en wijzig vervolgens de
instellingen van de draadloze LAN- adapter .
Wij wijzen u er echter op dat veranderen van de geavanc eerde
draadloze LAN-instellingen niet noodzakelijkerwijs de
draadloze LAN-gebruiksomgeving zal verbeteren . Wees
voorzichtig wanneer u de instellingen verandert.
Het toegangspunt is ingesteld om het SSID te verbergen . In
dit geval ka n het SSID nie t worden getoo nd op het scherm
voor het toegangspunt . Als dat niet het geval is, kunt u het
SSID enz. instellen door de instellingen voor de draadloze
LAN-ada pter met de hand te verrichten.
De beveilig ingsinstellingen van het toegangspunt gebruiken
een WEP codesleutel van 152 bits lang, of ged eelde sleutel
verificatie. De receiver biedt g een ondersteuning voor WEP
codesleutels van 152 bits lang, of gedeelde sleutel verificatie.
Er kunnen g een netwer kverbindingen tot stand word en
gebracht, ook niet wanneer de maatregelen hierboven
genomen worden. R eset de draadloze LAN-ad apter . Maa k de
instellingen voor de draadloze L AN-adapter hierna opnieuw .
O ver het resetten
1. Contr oleer of d e draadloze LAN-adapte r aan st aat.
2. Houd het resetknopje van de draadloze LAN-adapter
tenminste 3 seconden ingedrukt.
3. Laat het resetknopje los.
Wanneer de draadloze LA N-adapter opnieuw wordt opgesta rt,
is de reset voltooid.