72
Installeren
Installeren
Opmerking:
• Maak alle verbindingen tijdelijk en controleer
dat de aansluitingen juist zijn, het toestel func-
tioneert en het gehele systeem in orde is
alvorens het toestel definitief te installeren.
• Gebruik uitsluitend de bij dit toestel geleverde
onderdelen voor een juiste installatie. Het
gebruik van andere, niet-gespecificeerde
onderdelen kan een onjuiste werking tot gevolg
hebben.
• Raadpleeg uw handelaar indien er voor het
installeren gaten moeten worden geboord of
andere veranderingen in de auto moeten wor-
den gemaakt.
• Plaats het toestel ergens waar het beslist niet de
bestuurder kan hinderen en geen letsel of prob-
lemen kan veroorzaken in geval van plotseling
remmen.
• Bij het bevestigen van dit toestel moet u er
goed op letten dat er geen draden of kabels
tussen dit toestel en andere metalen onderdelen
of voorwerpen in de buurt vastgekneld worden.
• Bevestig het toestel niet in de buurt van een
verwarmingsrooster waar het aan hitte onderhe-
vig is of bij de portieren waar het toestel nat
zou kunnen worden.
• Alvorens gaten te boren moet u altijd de plek
achter het te boren gat controleren. Boor niet in
gasleidingen, remleidingen, elektrische
onderdelen en andere belangrijke onderdelen
van de auto.
• Wanneer u het toestel in de cabine plaatst, moet
u het goed vastzetten zodat het tijdens het
rijden niet los kan schieten en mogelijk
ongelukken of letsel zou kunnen veroorzaken.
• Bij het plaatsen van het toestel onder de
voorstoel moet u controleren dat het het mecha-
nisme voor het verschuiven van de stoel niet
hindert. Leid alle draden en kabels zorgvuldig
langs het mechanisme voor het verschuiven
zodat ze niet worden vastgekneld en mogelijk
kortsluiting veroorzaken indien de stoel wordt
verschoven.
• Monteer dit toestel niet op de plank voor het
reservewiel of op een andere plek die niet
stevig genoeg is.
• Monteer dit toestel niet op een plek in de zon
waar het heet kan worden, zoals op het dash-
board of de hoedenplank.
• Monteer dit toestel op een vlakke plek.
• Installatie in een andere dan de aangegeven
horizontale of verticale posities zal ertoe
leiden dat het toestel niet naar behoren kan
functioneren of zelfs kapot kan gaan.
Instelling van de MODE functieschakelaar
Gebruik voor de installatie de punt van een
pen of een ander dun, gepunt voorwerp om
de MODE functieschakelaar in de juiste
stand te zetten voor de component waar u
het toestel mee gebruikt.