Polar Team² Help
• Als Persoonsinformatie (instellingen gebruiker) aangevinkt is, wordt
gebruikersinformatie van de Training Computer aan de PC doorgegeven.
1. Als u een losse infraroodadapter gebruikt, sluit die dan aan op uw PC.
2. Start de Team
2
-software, selecteer een team en open Teameigenschappen.
3. Ga naar het tabblad Polar Training Computer (Spelers > Polar Training Computer)
en selecteer de informatie die u wilt doorgeven (trainingssessies of persoonsinformatie).
4. Selecteer een speler in de spelerslijst links.
5. Zet uw Polar Training Computer in de verbindingsmodus en plaats hem voor de
infraroodpoort. Zie de gebruiksaanwijzing van uw Polar-product voor ondersteuning bij
het in de verbindingsmodus zetten van de Training Computer.
6. Klik op Doorgeven in de Team
2
software om met de doorgifte te beginnen.
7. Als u trainingsbestanden doorgeeft, geeft de software een lijst van trainingsbestanden die
op de Training Computer zijn aangetroffen. Selecteer de trainingssessies die u op het
systeem wilt opslaan, voor welke speler de trainingssessies zijn ingesteld en welke de
trainingsactiviteiten zijn.
8. Kies Doorgeven om de trainingssessies op het systeem op te slaan.
Doorgeven aan de Polar Training Computer
Doorgeven aan de PC heeft twee instellingen die in- of uitgeschakeld kunnen worden vóór het
doorgeven van gegevens.
• Als Datum en tijd aangevinkt is, worden datum en tijd aan de Training Computer
doorgegeven.
• Als Persoonsinformatie aangevinkt is, wordt de persoonsinformatie van de
geselecteerde speler aan de Training Computer doorgegeven.
• Als Persoonlijke waarden aangevinkt is, wordt de hartslag en andere waarden van de
geselecteerde speler aan de Training Computer doorgegeven.
• Als Sportzones aangevinkt is, worden de instellingen van de sportzones aan de Training
Computer doorgegeven.
120