Frequentiemeting
Voorzichtig!
Het testobject moet spanningsvrij zijn voordat de meetleidingen worden
aangesloten, om te voorkomen dat het apparaat of het testobject
beschadigd raakt. In geval van twijfel moet een meting uitwijzen of
het testobject daadwerkelijk spanningsvrij is.
• Zet de functieschakelaar s op de frequentiemeting .
• Steek de meetleidingen ẠẢ in de ingangen
VΩ
u en
COM
i.
• Sluit de testpunten aan op het testobject en schakel de spanning in.
De frequentie in Kilohertz (kHz) of Megahertz (MHz) kan nu op het
display j worden afgelezen.
• U kunt de frequentiemeting ook oproepen door de spanningsmeting
uit te voeren en vervolgens op de toets
Hz/DUTY
d te drukken, tot op
het display j de indicatie
Hz
verschijnt.
Pulsbreedtemeting
Met deze functie kunt u meten hoe lang (duur in %) een signaal binnen
een gegeven periode laag resp. hoog is. De gemeten signaalvorm moet
repeterend zijn (zich in gelijke tijdintervallen herhalend patroon).
• Zet de functieschakelaar s op de frequentiemeting .
• Steek de meetleidingen ẠẢ in de ingangen
VΩ
u en
COM
i.
• Sluit de testpunten aan op het testobject.
Druk op de toets Hz/DUTY, tot op het display de indicatie % verschijnt.
• De gemeten pulsbreedte in % kan nu op het display j worden afge-
lezen.
- 84 -