POWDPG7538 NL
Copyright © 2018 VARO P a g i n a | 8 www.varo.com
deze lader. Laad geen ander batterijpack of een batterijpack dat niet stevig in
de lader past.
1. Controleer de lader en het batterijpack geregeld tijdens het opladen.
2. Koppel de lader los van het stopcontact en van het batterijpack wanneer de batterij
opgeladen is.
3. Laat het batterijpack volledig afkoelen vóór u het gebruikt.
4. Berg de lader en het batterijpack binnen op, buiten het bereik van kinderen.
OPMERKING: als de batterij heet is na langdurig gebruik in het apparaat, laat
ze dan tot kamertemperatuur afkoelen vóór u ze oplaadt. Dit zal de
levensduur van uw batterijen verlengen.
8.2 Verwijderen/inbrengen van de batterij
WAARSCHUWING: controleer vóór u de haagschaar afstelt of het apparaat
uitgeschakeld is of verwijder het batterijpack.
WAARSCHUWING: het toestel moet volledig gemonteerd worden voordat het
gebruikt wordt. Gebruik geen toestel dat gedeeltelijk gemonteerd werd of met
beschadigde onderdelen gemonteerd werd.
▪ Houd het gereedschap met één hand vast en het batterijpack (7) met de andere.
▪ Om te installeren: duw en schuif het batterijpack in de batterijhouder tot de ontgrendelpal
aan de achterzijde van de batterij vastklikt en controleer of de batterij stevig vastzit vóór u
begint te werken.
▪ Om te verwijderen: duw op de ontgrendelpal van de batterij en trek tegelijkertijd het
batterijpack uit zijn houder.
8.3 Indicator batterijcapaciteit (fig. 1)
Er zijn capaciteitsindicatoren (10) op het batterijpack. U kunt de capaciteit van de batterij
controleren wanneer u de knop (11) indrukt. Druk vóór het gebruik van het apparaat de
trekkerschakelaar even in om te controleren of de batterij voldoende opgeladen is om correct te
werken.
Deze 3 leds geven de capaciteit van de batterij aan:
▪ 3 leds branden: batterij volledig opgeladen
▪ 2 leds branden: batterij 60% opgeladen
▪ 1 led brandt: batterij bijna ontladen
9 BEDIENING
9.1 Montage (Fig. 2)
▪ Schuif deel A in deel B zoals op de afbeelding getoond wordt.
▪ Draai de montagering (12) vast.
▪ Gebruik de draaiknop (13) om de lengte aan te passen.
▪ Gebruik de vergrendelknop (14) voor het instellen van de motorkop.
9.2 Starten van de machine
▪ Inschakelen: schuif eerst de ontgrendelknop (6) naar voor en druk dan tegelijkertijd op de
trekkerschakelaar (1).
▪ Uitschakelen: laat een van de schakelaars los.