POWE30010 NL
Copyright © 2018 VARO P a g i n a | 5 www.varo.com
6 SPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
DECOUPEERZAGEN
Waarschuwing! Als er andere accessoires en hulpapparaten worden
gebruikt dan de accessoires en hulpapparaten die in deze handleiding
worden aanbevolen of die bij het apparaat werden bijgeleverd, kan dat tot
verwondingen leiden.
▪ Bij het gebruik van een decoupeerzaag moet er gehoorbescherming en een stofmasker
worden gedragen. Lawaai kan tot gehoorbeschadiging leiden.
▪ Bewerkt met uw decoupeerzaag geen asbest of asbesthoudende materialen.
▪ Elektrisch gereedschap mag niet zonder toezicht blijven draaien. Het apparaat moet
steeds worden uitgeschakeld en mag pas worden neergelegd of verlaten, als het volledig
tot stilstand is gekomen.
▪ Lang haar moet steeds worden afgedekt. Werk alleen met nauwaansluitende kleren aan.
▪ Wees voorzichtig als u in wanden werkt: beschadiging van elektrische leidingen,
gasleidingen of waterleidingen kan tot gevaarlijke situaties leiden! Maak gebruik van
gepaste detectoren om leidingen op te sporen op de plaats waar u gaat werken.
▪ Controleer steeds of de spanning op het typeaanduidingsplaatje van het apparaat
overeenkomt met de netspanning.
▪ Zet het werkstuk vast. Alleen een werkstuk dat met een spantoestel of een schroefblok is
vastgezet, is veilig.
▪ Gebruik van verlengkabels. Gebruik uitsluitend verlengkabels die geschikt zijn voor het
vermogen van het apparaat. De doorsnede ervan moet ten minste 1,5 mm² bedragen. Als
u gebruik maakt van een kabelhaspel, moet de kabel helemaal ontrold worden.
▪ Voor u het zaagblad vervangt moet de stekker uit het stopcontact worden getrokken.
▪ Wees voorzichtig: zaagbladen kunnen zeer heet worden.
▪ De zaagbladen moeten steeds scherp zijn en zich in een onberispelijke toestand
bevinden. Vervang beschadigde of verbogen zaagbladen onmiddellijk
▪ Werk rustig en gelijkmatig met de decoupeerzaag. Zo voorkomt u ongevallen en gaan het
zaagblad en de decoupeerzaag langer mee.
7 GEBRUIKSINSTRUCTIES
7.1 Vervangen van de zaag (Fig. 1)
▪ Haal de stekker van de zaagmachine uit het stopcontact.
▪ Zet de klemschroeven (10) van het zaagblad los. Stop hiervoor de inbussleutel (8) die met
het toestel werd meegeleverd doorheen de opening in het inspectievenster (4).
▪ Verwijder het zaagblad (5) uit de houder, breng een nieuw zaagblad aan en zet de
schroeven opnieuw vast.
▪ Trek aan het zaagblad om te controleren dat het correct geplaatst en vergrendeld zit. Zorg
ervoor dat de achterkant van het zaagblad in de uitsparing in het geleiderwieltje (6) loopt.
▪ Stop de stekker in het stopcontact.
▪ Bewaar de inbussleutel in de houder om te voorkomen dat u hem verliest.
7.2 In-/uitschakelen (Fig. 2)
Stop de stekker in het stopcontact, het netspanningsverklikkerledje (9) gaat branden tot de
stekker opnieuw uit het stopcontact wordt gehaald.
INschakelen: duw op de AAN/UIT schakelaar.
Continugebruik: vergrendel de AAN/UIT schakelaar m.b.v. de vergrendelknop.
UITschakelen: duw op de AAN/UIT schakelaar en laat hem los.
A: vergrendelknop
B: AAN/UIT schakelaar