POWEG1010 NL
Copyright © 2019 VARO P a g i n a | 12 www.varo.com
14.3 Het dragen van de zaag
Na gebruikt moeten het zwaard en de ketting worden afgedekt met de kettingbeschermer die
met het gereedschap werd meegeleverd.
14.4 Zaagkettingen
Werken met een stompe zaagketting zorgt ervoor dat de ketting, het zwaard en het
aandrijftandwiel snel beschadigen en het kan eventueel zelfs de oorzaak zijn van kettingbreuk.
Het is dus belangrijk om de zaagketting tijdig te slijpen.
Het wordt aangeraden om de ketting door een vakkundige werkplaats te laten slijpen.
De juiste hoeken van de snijtanden van de ketting zijn:
Snijhoek zaagtanden 85°
Snijhoek bovenkant zaagtanden 60°
Slijphoek bovenkant zaagtanden 30°
Voor het slijpen van de ketting wordt een rondvijl gebruikt met een diameter van 4 mm.
14.5 Het zwaard
Af en toe moet er een kleine hoeveelheid kogellagervet aan het zwaard worden aangebracht.
Dit gebeurt met een smeerpistool doorheen de smeergaten die u in de buurt van de vier
popnagels vindt die het neuswiel van het zwaard op zijn plaats houden.
De onderkant van het zwaard staat bloot aan relatief vrij zware slijtage, draai daarom het
zwaard ondersteboven wanneer u de ketting slijpt. Reinig tegelijkertijd de sleuf van het zwaard
en de oliegaten.
14.6 Aandrijftandwiel
Wanneer de tanden van het aandrijftandwiel (16) tekenen van slijtage vertonen dan moet het
tandwiel worden vervangen.
Het aandrijftandwiel om moet de twee vervangingen van de ketting worden vervangen.
14.7 Koolstofborstels
Wanneer de koolstofborstels van de kettingzaag voorbij hun limiet afgesleten zijn dan wordt
de motor door een uitschakelmechanisme in de borstels automatisch stilgezet.
De koolstofborstels moeten worden vervangen door een specialist die over het juiste
gereedschap beschikt. Tegelijkertijd kan de zaag grondig worden nagezien en kan de motor
worden gereinigd.
15 TECHNISCHE GEGEVENS