POWEG1011 NL
Copyright © 2018 VARO P a g i n a | 11 www.varo.com
Zorg ervoor dat het te verzagen hout niet kan wegslippen.
Klem korte stukjes hout op hun plek vóór het zagen.
Zaag enkel hout of houten voorwerpen.
Zorg er bij het zagen voor dat er geen stenen of nagels worden geraakt omdat die kunnen
worden weggeslingerd en de zaagketting kunnen beschadigen.
Vermijd dat de draaiende zaag in contact komt met draadafsluitingen of de grond.
Ondersteun bij het afzagen van takken de kettingzaag zo ver als mogelijk en zaag niet met
de punt van het zwaard.
Let op voor obstakels zoals boomstronken, wortels, sloten en heuvels omdat die ervoor
kunnen zorgen dat u valt.
Herinner!
De kettingzaag moet draaien vóór ze met het hout in contact komt.
11.2 Inschakelen
Duw de veiligheidsschakelaar (11) en de AAN/UIT schakelaar (13) in.
Plaats de onderste klauwaanslag (Fig. 4J) op het hout. Til de zaag aan de achterste
handgreep (1) op en zaag in het hout. Trek de kettingzaag een beetje terug en plaats de
klauw lager.
Wees voorzichtig wanneer u gespleten hout verzaagt omdat stukken hout hiervan kunnen
afbreken.
11.3 Hout onder spanning
Fig. 11a: Bovenkant onder spanning
Gevaar: tak zal opveren!
Fig. 11b: Onderkant van de stam onder spanning.
Gevaar: boom komt naar beneden!
Fig. 11c: Dikke stammen en hoge spanning
Gevaar: boom zal plots en met een immense kracht bewegen.
Fig. 11d: Beide kanten van de stam onder spanning
Gevaar: boom zal zijwaarts bewegen.
11.4 Vellen van bomen
Volg alle veiligheidsregels en werk als volgt om bomen te vellen:
Onthoud!
Gevarenzone: vallende bomen kun andere bomen meetrekken. De gevarenzone is hierdoor
twee maal de lengte van de te vellen boom (Fig. 12).
Het vellen van bomen is gevaarlijk en vereist ervaring. Wanneer u een
beginner bent of geen ervaring heeft, probeer dan niet om het zelf te leren
maar zoek professioneel advies (Fig. 13)
Valrichting:
▪ Schat eerst de valrichting in. Hou hierbij rekening met het zwaartepunt van de kruin en de
windrichting. De kettingzaag moet draaien vóór ze met het hout in contact komt. Schakel
de kettingzaag in. Maak een onderste zaagsnede (valkerf) in de boom in de richting van
de valrichting en maak dan een horizontale snede (achterste snede) aan de andere kant
van de onderste snede.
▪ Maak de onderste valkerf: deze geeft de boom een richting en leidt de boom.
▪ Controleer de valrichting: wanneer u de valkerf moet overdoen, voer ze dan opnieuw over
de gehele breedte uit.
▪ Roep nu “Boom!”
▪ Maak nu pas de achterste snede die hoger moet liggen dan de onderkant van de onderste
snede. Breng tijdig wiggen in.
▪ Laat de brug op haar plaats omdat deze als scharnier zal werken. Wanneer u de brug
doorzaagt, zal de boom willekeurig neervallen.