POWESET2 NL
Copyright © 2018 VARO p a g i n a | 8 www.varo.com
7.5 In- en uitschakelen (Fig. 6)
▪ Sluit de stekker aan op een stopcontact. Het powerlampje (10) brandt totdat de stekker
van het gereedschap uit het stopcontact wordt gehaald.
Controleer vóór u met de haakse slijper begint te werken of de spanning die
op het typeplaatje wordt aangegeven overeenstemt met de gebruikte
netspanning.
Controleer vóór u de AAN/UIT trekkerschakelaar indrukt of de slijpschijf
goed gemonteerd werd en soepel kan draaien en of de buitenste flens
stevig aangespannen is.
Om de haakse slijper in te schakelen, duwt u de ontgrendelknop (6) in en duwt u de AAN/UIT-
trekkerschakelaar (5) in.
Wanneer u de trekkerschakelaar loslaat, schakelt het gereedschap uit.
Laat de slijper niet los voordat hij volledig tot stilstand is gekomen.
De schijf draait na het uitschakelen van het gereedschap nog even door.
8 WERKWIJZE
8.1 Slijpen
Hou de handgreep (4) en de hulphandgreep (7)
stevig vast en schakel het toestel in. Vermijd dat u
met uw handen de ventilatiesleuven blokkeert
omdat dit tot oververhitting van de slijper zou
kunnen leiden. Laat de schijf op volle snelheid
komen. Breng de schijf op het werkstuk. Een
maximaal effect wordt bereikt wanneer de slijper
onder een hoek van 15 tot 30° wordt gehouden
t.o.v. het werkstuk. Beweeg de slijper zachtjes
langsheen het werkstuk. Geef de slijper de tijd om zijn werk te doen. Het is zelden nodig om
de schijf met grote kracht tegen het te bewerken oppervlak te duwen. Tijdens het werken
kunnen er vonken in de motor ontstaan. Dit is normaal en wijst niet op een defect. Schakel de
slijper na het gebruik uit.
9 PLAATSING VAN DE FLENZEN BIJ GEBRUIK VAN SLIJPSCHIJVEN
9.1 Plaatsing van de flenzen bij gebruik van een gebogen of rechte slijpschijf: