POWP1030 NL
Copyright © 2018 VARO p a g i n a | 6 www.varo.com
▪ Gebruik de machine niet voor het doorslijpen van werkstukken met een dikte die groter is
dan de maximale slijpdiepte van de doorslijpschijf.
▪ Gebruik geen doorslijpschijven voor afbraamwerkzaamheden.
▪ Zorg ervoor dat bij het gebruik van slijpschijven die op de schroefdraad van de as worden
bevestigd, de as een voldoende lange schroefdraad heeft. Zorg dat de as voldoende
beschermd is en niet in contact komt met het slijpoppervlak.
▪ Inspecteer de slijpschijf vóór gebruik op eventuele beschadigingen. Gebruik geen
slijpschijven die gebarsten, gescheurd of op een andere wijze beschadigd zijn.
▪ Laat vóór het gebruik de machine 30 seconden onbelast draaien. Schakel de machine
onmiddellijk uit wanneer deze aanzienlijk begint te trillen of wanneer er een ander defect
optreedt. Controleer de machine en de slijpschijf grondig vóór u de machine weer
inschakelt.
▪ Zorg dat een eventuele vonkenregen geen gevaar voor mensen oplevert of wegspat in de
richting van licht ontvlambare substanties.
▪ Zorg dat het werkstuk voldoende wordt ondersteund of ingeklemd. Hou uw handen weg
van het te slijpen oppervlak.
▪ Draag altijd een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Gebruik desgewenst of indien
nodig andere bescherming zoals bijvoorbeeld een schort of een helm.
▪ Zie erop toe dat schijven en punten overeenkomstig de instructies van de fabrikant
worden gemonteerd.
▪ Zorg ervoor dat het vloeipapier wordt gebruikt als dit bij het gebonden schuurproduct
wordt geleverd of wanneer dit nodig is.
▪ Werk nooit zonder afschermkap als deze bij een apparaat meegeleverd wordt.
▪ Bij slijpgereedschap voorzien van schroefdraad, dient de schroefdraad in de schijf
voldoende lengte te hebben om de as in onder te kunnen brengen.
▪ Zorg ervoor dat bij het werken in een stoffige omgeving de ventilatieopeningen vrij
gehouden worden. Trek eerst de stekker uit het stopcontact wanneer het stof verwijderd
moet worden. Gebruik geen metalen voorwerpen en voorkom beschadiging van inwendige
delen.
▪ Bij een slecht spanningsnet kunnen bij het starten van de apparatuur korte
spanningsvallen optreden. Dit kan andere apparatuur beïnvloeden (bv. een lamp die gaat
knipperen). Bij een impedantie van het net Zmax < 0,348 Ohm kan men ervan uitgaan dat
dergelijke verschijnselen zich niet zullen voordoen. (Indien nodig kunt u voor meer
informatie contact opnemen met uw plaatselijke energieleverancier).
7 GEBRUIK
7.1 Monteren van de hulphandgreep (Fig. 1)
Zorg ervoor dat de stekker niet in het stopcontact steekt wanneer u de
hulphandgreep monteert over verwijdert.
De hulphandgreep (7) kan op drie verschillende plaatsen aan de haakse slijper bevestigd
worden: links, bovenaan en rechts.
7.2 Montage van de beschermkap (Fig. 2 & 3)
Voor ingebruikname dient de beschermkap gemonteerd te worden.
▪ Plaats de beschermkap (7) op de behuizing. Let erop dat de uitsparing van de
beschermkap goed over de rand van de behuizing valt.
▪ Zet de beschermkap (7) vast d.m.v. de bout.
▪ De gesloten zijde van de beschermkap moet altijd naar de bediener toe wijzen.