POWP8040 NL
Copyright © 2018 VARO P a g i n a | 9 www.varo.com
vermijden dat de boor uit de klemmen valt. Steek de boor recht in de boorkop over de
volledige lengte van de klemmen. Draai de klemmen van boorkop vast op de boor.
WAARSCHUWING: Zorg er voor dat u de boor recht tussen de klemmen van de boorkop
steekt.
Steek de boor nooit scheef tussen de klemmen; dit kan er toe leiden dat de boor uit de
boormachine wordt geworpen wat tot ernstige verwondingen of tot beschadiging van de
boorkop kan leiden.
8.3.2 Verwijderen van boren/bits
Vergrendel de trekkerschakelaar door de draairichtingschakelaar in zijn middenstand te zetten.
Nota: Verdraai het lichaam van de boorkop in de richting van de pijl gemerkt Release om de
klemmen van de boorkop los te zetten.
Gebruik geen sleutel om de klemmen van de boorkop los of vast te zetten.
Verwijder de boor van tussen de klemmen van de boorkop.
8.4 Algemene boortips
8.4.1 Boren in alle soorten materialen
Gebruik altijd scherpe boren. Markeer het punt waar u het gat wilt boren. Start het boren van
het gat met lage snelheid. Verklein de druk die u op de boor uitoefent wanneer de boor op het
punt staat doorheen het materiaal te breken.
8.4.2 Boren in metaal
Ondersteun dun materiaal met een stukje afvalhout. Gebruik een puntslag om de plaats van
het gat te markeren. Als u een groot gat wilt boren, boor dan eerst een klein (hulp)gat voor en
gebruik dan de benodigde grote boor. Gebruik uitsluitend HSS-boren (hogesnelheidsstaal) of
boren die voor metaal geschikt zijn. Wanneer u in ijzer of staal boort, gebruik dan geen
smeermiddel maar trek de boor regelmatig terug om het afkoelen te bevorderen.
8.4.3 Boren in hout
Markeer het punt waar u wilt boren met een doorslag of een nagel. Om het splinteren bij het
doorbreken van de boor te voorkomen, kunt u aan de achterkant van het werkstuk een stuk
afvalhout opspannen of het gat vanaf de achterzijde van het werkstuk afmaken wanneer de
boor een eerste teken van doorbreken vertoont.
9 ONDERHOUD
9.1 Algemeen
Uw werktuig werd ontworpen om lang mee te gaan met een minimum aan onderhoud.
▪ De voortdurend goede werking is afhankelijk van regelmatig onderhoud en het goed zorg
dragen voor het werktuig. Reinig uw werktuig met een vochtige vod.
▪ Uw lader heeft, op regelmatig reinigen na, geen onderhoud nodig; haal de stekker uit het
stopcontact vóór het reinigen.
▪ Gebruik een zachte borstel of een droge vod.
▪ HOU DE VENTILATIESLEUVEN PROPER. Controleer regelmatig de ventilatiesleuven op
stof en afval. Reinig met perslucht (max. 3 bar).
Gebruik geen schurende of op oplosmiddelen gebaseerde reinigingsmiddelen. Gebruik
propere vodden om vuil, koolstof enz. te verwijderen.
WAARSCHUWING: Zorg er voor dat remvloeistof, benzine, petroleumproducten, kruipolie enz.
niet in aanraking komen met de plastic onderdelen; zij bevatten chemicaliën die plastics
kunnen beschadigen, week maken of vernietigen.