14 BEWARING
OPGELET: Het niet opvolgen van deze stappen kan leiden tot vernisvorming
in de carburator en tot moeilijk starten of permanente beschadiging na de
bewaarperiode.
▪ Reinig de buitenkant van het toestel.
▪ Laat de benzine uit de benzinetank.
▪ Start nadat de benzine uit de motor is.
▪ Laat de motor stationair draaien tot het toestel stopt. Dit verwijdert de benzine uit de
carburator.
▪ Laat de motor afkoelen (ong. 5 minuten).
▪ Verwijder de bougie met een bougiesleutel.
▪ Giet 1 theelepel 2-takt olie in de verbrandingskamer. Trek een aantal keer traag aan het
startkoord om de interne onderdelen van een laagje olie te voorzien. Plaats de bougie
terug.
▪ Bewaar het toestel in een koele, droge plaats uit de buurt van ontstekingsbronnen zoals
oliebranders, waterverwarmers enz.
▪ Breng de hoes aan indien niet gebruikt of tijdens transport.
15 EEN TOESTEL TERUG GEBRUIKEN
▪ Verwijder de bougie.
▪ Trek krachtig aan het startkoord om overtollig olie uit de verbrandingskamer te verwijderen.
▪ Reinig de bougie en controleer de vonkopening of een installeer een nieuwe bougie met
correcte vonkopening.
▪ Maak het toestel klaar voor gebruik.
▪ Vul de benzinetank met een geschikt benzine/oliemengsel. Zie het onderdeel “Benzine en
smering”.