POWXG90501 NL
Copyright © 2021 VARO P a g i n a | 8 www.varo.com
moet in de opening van de spuitlansaansluiting passen), kunt u de twee onderdelen niet
meer van elkaar scheiden door ze recht uit de spuitlansaansluiting te proberen te trekken.
7.2 Montage van de accessoirehouder en de wielen (Fig. 2)
▪ Schroef de accessoirehouder stevig op de achterkant van de machinebehuizing vast.
▪ Monteer de wielen op de machinebehuizing.
7.3 Montage van de handgreep van het wagentje (Fig. 3)
1. Plaats de handgreep op het toestel.
2. Zet de handgreep met de 2 schroeven vast.
8 BEDIENINGSINSTRUCTIES
8.1 Aansluiten van de tuinslang (Fig. 3)
▪ Verwijder de plastic dop vóór u de waterinlaataansluiting op de hogedrukreiniger
bevestigt.
▪ Sluit de slangaansluiting (met ingebouwd filter) aan op de hogedrukreiniger.
▪ Sluit de tuinslang aan met een standaard snelkoppeling.
8.2 Aansluiten van de hogedrukslang (Fig. 4)
▪ Sluit de hogedrukslang aan op het pistool en het toestel.
▪ Maak de hogedrukslang los door op de pal (A) of de knop (B) te drukken.
8.3 Aanbrengen van de lans en spuitmond
▪ Duw de lans in het pistool.
▪ Draai ze hierna vast. Opgelet: zorg ervoor dat de lans correct aan het pistool is
vastgemaakt.
▪ Breng de spuitmond aan. Duw deze krachtig in de lans. Controleer of de spuitmond goed
gemonteerd zit, vóór u de trekker bedient.
8.4 De zeepfles aanbrengen (Fig. 5)
▪ Stop de zeepfles in het pistool. Duw en draai de zeepfles in tegenwijzerzin handvast op
het pistool om ze op haar plaats vast te zetten.
8.5 Wateraansluiting
Een ½” standaard tuinslang van minimaal 10 m en maximaal 25 m is geschikt.
BELANGRIJK! Gebruik enkel water zonder onzuiverheden. Wanneer er
gevaar bestaat dat er zich in het water zanddeeltjes bevinden (bv. water uit
uw eigen waterput), moet een bijkomend filter gemonteerd worden.
1. Laat het water door de slang lopen voor u ze op het toestel aansluit om te voorkomen dat
zand en vuil in het toestel komen. Nota: controleer of het filter in de waterinlaatpijp
gemonteerd zit en dat het niet verstopt zit
2. Sluit de slang aan op een watervoorziening met behulp van een snelkoppeling
(inlaatwater, max. druk: 12 bar, max. temperatuur: 50 °C).
3. Zet de waterkraan open.
8.6 Het toestel starten/stoppen
Het pistool en de lans zijn tijdens het gebruik onderhevig aan stootkrachten. Hou ze daarom
altijd met beide handen vast.
BELANGRIJK: richt de spuitmond naar de grond.