3.8. De banden.
Volgende bandenmaten zijn van toepassing en de daarbij horende bandendruk zonder of met de
belading :
155 R 12 S 160 / 190 kPa
165 R 13 S 140 / 170 kPa
Om van een langere levensduur van de banden te kunnen genieten, dient men de volgende
richtlijnen te volgen :
– voorgeschreven druk in de banden behouden
– onnodig plotseling remmen
– ook tijdens een kort verblijf in de caravan de uitdraaisteunen gebruiken
– tijdens de winter de caravan op de uitdraaisteunen plaatsen en de bandendruk verminderen
Tijdens het wisselen van een wiel dient men eerst de bouten een beetje los te draaien. Dan dient men
de caravan met de achterste uitdraaisteunen omhoog te halen zodat de disselkop omlaag komt. Na
het wat los draaien van de wielbouten dient men het neuswiel omlaag te draaien zodat de dissel
omhoog komt en het wiel de grond niet meer raakt. Dan de wielbouten verder los draaien en het wiel
wegnemen. Bij montage van het andere wiel zal men in omgekeerde volgorde te werk gaan. De
caravan werd in het fabriek uitgerust met een reservewiel.
4. Gebruiksaanwijzing van de caravan.
4.1. Verdelen en vastmaken van de lading.
De met de caravan vervoerde lading zal op regelmatige wijze in de caravan verdeeld worden, zodat de
wielen gelijkmatig belast worden, de lading in het bijzonder de zware voorwerpen of de voorwerpen
die kunnen beschadigd geraken, zullen voor eventueel verschuiven te vermijden vastgemaakt worden.
Het is verboden, het voorste gedeelte van de caravan overmatig te belasten en vooral de achterkant
van de caravan. De zwaarste voorwerpen zullen het dichts bij de wielen van de caravan verdeeld
worden.
Afbeelding 8.