Voordat u verdergaat, willen wij graag dat u
uw aandacht vestigt op de volgende punten:
- Bedien het apparaat uitsluitend wanneer
de sapkan onder de sapuitlaat staat. Leeg
regelmatig de sapkan bij het verwerken
van grotere hoeveelheden groente en fruit.
Leeg de sapkan wanneer hij vol is.
- Bedien het apparaat uitsluitend wanneer
de pulpkan onder de pulpuitlaat staat. Leeg
regelmatig de pulpkan bij het verwerken
van grotere hoeveelheden groente en fruit.
Leeg de pulpkan wanneer hij vol is.
In- en uitschakelen (fig. A)
Zet de aan/uit-schakelaar (1) in de voorste •
positie ("ON") om het apparaat in te
schakelen voor normaal gebruik (voorwaarts
draaien).
Zet de aan/uit-schakelaar (1) in de achter-•
waarste positie ("R") om het apparaat in te
schakelen voor het verwijderen van
voedselingrediënten (achterwaarts draaien).
Zet de aan/uit-schakelaar (1) in de uit-positie •
("O") om het apparaat uit te schakelen.
Let op: Het apparaat is voorzien van een
stroombegrenzingsinrichting die de motor
vergrendelt bij het verwerken van harde
voedselingrediënten. Wanneer de stroom
groter is dan 1,3 A, zal de motor stoppen met
draaien. Indien de motor vergrendeld is en
niet automatisch de andere richting in draait,
zet dan de aan/uit-schakelaar (1) in de uit-
positie ("O"), vervolgens in de achterwaarste
positie ("R") voor het verwijderen van voedsel-
ingrediënten en tenslotte in de voorste positie
("ON") voor normaal gebruik. Indien de motor
nadien nog steeds vergrendeld is, verwijder dan
de voedselingrediënten uit de voedsel-
verwerkingsspiraal.
Aanwijzingen voor gebruik
(fig. A - H)
Assembleer het apparaat. Zie het gedeelte •
"Assemblage".
Plaats de netstekker in het stopcontact.•
Schakel het apparaat in. Zie het gedeelte •
"In- en uitschakelen".
Snijd de voedselingrediënten in stukken die •
in de invoerbuis (13) passen.
Doe de voedselingrediënten in de invoerbuis •
(13).
Fig. H: Gebruik het duwstuk (6) om de •
voedselingrediënten door de invoerbuis
(13) te persen. Oefen niet te veel druk uit
op het duwstuk (6).
Reinig indien nodig het sapfilter (11) en •
het sapaccessoire (12).
Schakel het apparaat uit. Zie het gedeelte •
"In- en uitschakelen".
Verwijder de netstekker uit het stopcontact.•
Laat het apparaat volledig afkoelen.•
Sap maken
Gebruik bij voorkeur verse groente en fruit, •
omdat deze meer sap bevatten.
Gebruik geen groente of fruit met harde •
zaden of dikke schillen. Verwijder altijd
harde zaden of dikke schillen.
Zeer harde groente of fruit (e.g. suikerriet) •
zijn niet geschikt voor de slowjuicer.
Gebruik een keukenmachine, een blender
of een staafmixer voor het verwerken van
zeer harde groente of fruit.
Het wordt aanbevolen het sap direct na •
het persen te drinken, omdat het sap snel
zijn smaak en voedingswaarde zal
verliezen. Voeg een beetje citroensap of
limoensap toe om het proces te vertragen.
Zie onderstaande tabel voor de •
voedingswaarden van een breed scala aan
groenten en fruit.
Groente/fruit Voedingsstof Energie
Appel Vitamine C 200g = 150kJ (72Cal)
Peer Voedingsvezels 150g = 250kJ (60Cal)
Perzik Vitamine B3, C & K;
Voedingsvezels 150g = 205 kJ (49Cal)
Nectarine Vitamine B3, C & K;
Voedingsvezels 180g = 35kJ (85Cal)
Abrikoos Vitamine K;
Voedingsvezels 30g = 85kJ (20Cal)
Meloen Vitamine A & C;
Voedingsvezels;
Foliumzuur 200g = 210kJ (50Cal)
Kiwi Vitamine C & K 100g = 100kJ (40Cal)
Ananas Vitamine C 150g = 245kJ (59Cal)
Druif Vitamine B6, C & K 125g = 355kJ (85Cal)