Spoel het waterreservoir (12).•
Vul het waterreservoir (12) met water tot •
de maximummarkering ("MAX") op de
waterniveau-indicator (13).
Plaats het waterreservoir (12) in het •
apparaat.
Plaats de koffiepadcassette (11) in het •
apparaat.
Zet de vergrendelingskraag (7) in positie 'A'.•
Plaats twee grote koppen naast elkaar op •
de kophouder (14).
Druk op de aan/uit-knop (1) om het •
apparaat in te schakelen.
Houd beide start/stop-knoppen (2/3) •
gelijktijdig ingedrukt om het spoelen te
starten. De "klaar voor gebruik"-indicator
(5) brandt rood.
Zet na het einde van het proces de •
vergrendelingskraag (7) in positie 'B'.
Reinigen van de
koffiedispenserfilter (fig. A)
De kwaliteit van de schuimlaag gaat achteruit
wanneer het koffiedispenserfilter door kalk of
koffieresten is verstopt. Het koffiedispenserfilter
moet regelmatig worden gereinigd.
Voorzichtig!
- Indien de twee filters van het koffiedispenser-
filter tegen elkaar worden gedrukt, vervang
dan het koffiedispenserfilter.
Verwijder de dispensercassette (9) uit het •
apparaat.
Verwijder het koffiedispenserfilter (10) uit •
de dispensercassette (9).
Reinig het koffiedispenserfilter (10) in sop •
met behulp van een zachte borstel om
koffieresten te verwijderen.
Giet een klein beetje ontkalkingsmiddel •
door de opening van het
koffiedispenserfilter (10) om kalk te
verwijderen.
Spoel het koffiedispenserfilter (10) af •
onder stromend water.
Monteer het koffiedispenserfilter (10) op •
de dispensercassette (9).
Monteer de dispensercassette (9) op het •
apparaat.
Instellen van het
waterhardheidbereik (fig. A)
Het apparaat kan op verschillende instellingen
voor waterhardheid worden ingesteld. De
fabrieksinstelling van de waterhardheid is 4.
Neem contact op met uw waterleidingbedrijf
of de betreffende lokale instantie voor de
waterhardheid in uw regio. Indien de
waterhardheid in uw regio lager is dan 4, kunt
u de instelling voor de waterhardheid wijzigen,
zodat het apparaat minder vaak hoeft te
worden ontkalkt.
Stel het apparaat met behulp van de aan/•
uit-knop (1) op de waterhardheid in uw
regio in. Zie de onderstaande tabel voor
het instellen van de juiste waterhardheid.
Knipper- Waterhard Waterhardheid
signaal heidbereik (°dH)
••• 1(zacht) 0-7
•••••• 2(gemiddeld) 7-14
••••••••• 3(hard) 14-21
•••• •••• ••••
4 (zeer hard) hoger dan 21
Druk op de aan/uit-knop (1) om het •
apparaat uit te schakelen.
Houd de start/stop-knop (3) gedurende •
3-4 seconden ingedrukt totdat de
ontkalkingsindicator (6) knippert.
Druk op de start/stop-knop (3) om de •
waterhardheid met één niveau te verhogen.
(Niveau 4 wordt gevolgd door niveau 1, etc.)
Druk kort op de aan/uit-knop (1) om de •
nieuwe waterhardheid op te slaan. Indien
de aan/uit-knop (1) niet binnen tien
seconden wordt ingedrukt, schakelt het
apparaat automatisch uit zonder de
instelling op te slaan.
Herhaal de eerste twee stappen om de •
waterhardheid te controleren.
Ontkalken van het apparaat
(fig. A - C)
Het apparaat moet regelmatig worden
ontkalkt. Het apparaat heeft een automatische
ontkalkingsindicator die de gebruiker
informeert wanneer ontkalken nodig is.