3. Aansluiting
Sluit de positieve oplaadkabel (rood) aan op de positieve pool van de accu (aangeduid met
P of +). Sluit de negatieve oplaadkabel (zwart) aan op de negatieve pool van de accu
(aangeduid met N of -). Het is belangrijk om zich ervan te vergewissen dat beide
DC-klemmen goed contact maken met hun respectievelijke eindpolen.
Steek de 220V stekker in het stopcontact. Wanneer u de DFC900N acculader aan het
elektriciteitsnet heeft aangesloten, zal er gedurende een halve seconde een geluid klinken
en zullen de LEDs van het tiptoets bedieningspaneel gedurende twee seconden oplichten.
4. Tegengestelde polariteit
Indien de accuklemmen niet op juiste wijze zijn aangesloten op de accupolen, zal de
tegengestelde polariteit-LED de tegengestelde polariteit aangeven. Ook zal de
waarschuwingszoemer van de acculader klinken. Indien dit gebeurt, gewoon de acculader
loskoppelen van het elektriciteitsnet en de DC-klemmen op juiste wijze aansluiten op de
accupolen. Daarna de lader opnieuw op het elektriciteitsnet aansluiten.
5. Opladen
De acculader staat nu in de Stand-by bedieningsmodus en de “SLOW”, “STD” en “POWER”
LEDs branden.
Dit is de standaard oplaadmodus en zodra de START-knop wordt ingedrukt, schakelt de
lader direct over op de 12V, 3A RMS, standaard accu-oplaadmodus.
Indien u een andere keuze wenst, ga dan als volgt te werk:
Step 1 – Kies de gewenste laadsnelheid: “SLOW” (3A
RMS) of “FAST” (9A RMS).
Step 2 – Kies het type accu: “STD” of “DEEP”.
STD duidt een gewone loodzuuraccu, calciumaccu of
onderhoudsvrije accu aan, bijv. Gel cel, VRLA, AGM &
etc.
DEEP duidt een tractie-accu aan.
Stap 3 – Druk op de START-knop om te beginnen met het opladen van de accu.
Accu Fout – Een paar seconden na het overschakelen op de bedieningsmodus zal de
LED-indicator “FAULT” gaan branden, indien het volgende gebeurt:
A. Te lage accuspanning - < 3 V
B. Te hoge accuspanning - > 15 V (12 V accu)
C. Kortsluiting in accu of kortsluiting in een accucel
Onder deze omstandigheden zal de acculader stoppen met laden. In het geval van A, B of C
kan de accu defect zijn en wij adviseren u om contact op te nemen met het meest nabije
accu-service center.
Wanneer de LED “FULL” gaat branden, is de accu volledig opgeladen. De acculader schakelt
nu over op de “Float-modus” en vraagt niet meer om uw aandacht tot aan de volgende keer
dat hij wordt gebruikt. De DFC900N acculader zal uw accu automatisch in goede toestand
houden.
6. Wanneer het opladen voltooid is
Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de klemmen van de accupolen. Inspecteer
het vloeistofniveau van elke cel en vul het indien nodig aan met de juiste vloeistof. Schroef
de doppen er weer op. Eventuele overtollige vloeistof moet worden weggeveegd (dit moet
uiterst zorgvuldig gebeuren, aangezien de vloeistof acidisch/corrosief kan zijn).
Wanneer de accu van zijn plaats verwijderd is voor het opladen, plaats hem dan terug en
sluit de kabels weer aan.