52
2. Draaidecontactsleutelindeaccessoirestand,starthetvoertuigniet.
3. Activeerdehandremenzetdeversnellinginzijnachteruit.
4. Nahettestenvanhetsysteemenalsutevredenbentmetderoutedieuheeftgekozenvoorde
bekabeling,moetuhetsysteempermanentinstalleren.
5. Leidtallekabelsachterbinnenpanelenofondertapijtzodatzeverborgenzijn.Gebruikde
meegeleverdekabelbindersomovertolligekabelnetjesbijelkaartehouden.
BEDIENING
1. Voeding:
Steekdeadapterindesigarettenaanstekerendeaandeanderezijdeaangebrachtepluginde
monitor.Hetsysteemisontworpenvoor12Ven24V.
2. Debedieningvandemonitor
a.Drukopde“Power‐knop”omdemonitorvanstroomtevoorzien.EenblauwLEDlichtopende
monitorgaatautomatischaan.Alsereensignaalwordtontvangen(naeensuccesvollekoppeling,
ziehieronder),wordthetbeeldophetschermweergegevenendeLEDgeeftblauwlicht.
b. Wanneer de monitor geen ingangssignaal ontvangt, dan schakelt het scherm zich automatisch
uitendeblauweLEDbegintteknipperen.
c.Wanneerdemonitorisuitgeschakeld,wordtergeenbeeldweergegevenendeblauweLEDisuit.
Devolgendeknoppenzijngemonteerdopdemonitor:
Menu(ookReturn‐knop)
Up/Hoog(ookkanaalkeuzeschakelaar)
Power(ookbevestigingschakelaar)
Down/omlaag
LineGuidelines/Afstandshulplijnen