• Een zekering moet voorhanden zijn op max. 30 cm van de + pool van de accu. Het ontbreken van deze
zekering kan leiden tot beschadiging aan de kabel of de accu bij het ontstaan van een fout
(kortsluiting of overspanning). Gebruik alleen koperen kabels van hoge kwaliteit en houd de lengte
van de kabel kort.
• Sluit geen 220V AC apparaten aan die spanning terug kunnen voeren aan de omvormer.
• Zorg er voor dat het apparaat stevig bevestigd wordt. Het moet bevestigd worden op een manier dat
het niet kan vallen of loskomen.
• Sluit nooit apparaten aan die meer vermogen benodigen dan het maximale uitgangsvermogen van
de omvormer. Opmerking: sommige apparaten benodigen meer startvermogen dan dat het
typeplaatje van het apparaat aangeeft.
Omgeving
• Gebruik het apparaat alleen in een omgeving van -20°C tot 50°C.
• Gebruik het apparaat nooit in een vochtige, natte of vieze omgeving: stel het apparaat nooit bloot
aan sneeuw of regen. Dit kan leiden tot beschadiging van de omvormer of andere apparatuur, of dit
kan leiden tot een elektrische schok of brand. Gebruik het apparaat niet in een omgeving van
ontvlambare vloeistof, gas of stof. Zorg dat er geen accu’s, of andere ontvlambare apparaten in de
buurt van de omvormer zijn. Dit kan leiden tot brand of een explosie.
• Om warmteontwikkeling te verkomen, dek het apparaat nooit af. Om oververhitting te voorkomen
zorg ervoor dat de ventilatie-ingangen en de ventilator niet zijn afgedekt. Stel het apparaat niet bloot
aan hittebronnen (direct zonlicht of verwarming). Vermijd op deze manier extra verhitting van het
apparaat.
Elektrische kabels
• Gebruik kabelhulzen indien kabels doorgevoerd worden door metalen gaten of wanden met scherpe
hoeken om schade te voorkomen.
• Leg nooit kabels die loszitten of gebogen zijn naast elektrisch geleidende materialen (metaal).
• Trek nooit aan de kabels.
• Leid nooit 230V AC kabels in dezelfde leidingen als de 12V DC kabels.
• Voorkom dat er op de kabels wordt getrapt, over wordt gestruikeld of dat ze worden beschadigd door
scherpe hoeken of hete oppervlaktes.
Werken met accu’s
• Accu’s kunnen grote hoeveelheden stroom opslaan, onjuiste handelingen kunnen gevaarlijk zijn. Sluit
nooit een accu aan met onjuiste spanning of een beschadigde accu.
• Houd accu’s en loodzuur uit de buurt van kinderen.
• Vermijd elektrolyt op uw huid en kleding. Dit is een loodzuur en veroorzaakt brandwonden. Mocht u
in aanraking komen met loodzuur, spoel onmiddellijk af met water. Keukensoda neutraliseert
loodzuur. Als u loodzuur in uw ogen krijg, meteen afspoelen met lopend koud water voor minstens
20 minuten en haal onmiddellijk medische hulp. Om dit te voorkomen wordt oogbescherming
aangeraden.
• Kom niet in de buurt van de accu of de omvormer met metalen of andere materialen die kortsluiting
kunnen veroorzaken.
• Schakel het systeem uit voordat u verbinding maakt of verbreekt met de accu.
• Bestudeer de technische instructies ontvangen van de verkoper of de producent.
• Controleer of alle verbindingen vastzitten en schoon zijn. Losse of vieze aansluitingen kunnen leiden
tot oververhitting, vonkenvorming en brand.
• Rook nooit in de buurt van de accu. Vermijd ook vonken en vlammen.
• Probeer nooit een beschadigde of bevroren accu op te laden.
• Plaats nooit een apparaat direct op de accu en andersom. Plaats het ook niet op een ontvlambare
ondergrond.
• Lees uw handleiding van uw voertuig zorgvuldig. Sommige voertuigen hebben speciale eisen voor
het opladen of ontladen van de accu.(bepaalde veiligheidsvoorschriften of een zekering die
verplaatst moet worden).